Kenmerken van het recht
a. Rationeel
Recht is geen exacte wetenschap. Regels toepassen geeft ons rechtszekerheid, maar onthou het conflict met rechtvaardigdheid.
- Seponeren: het openbaar parket kan beslissen om iemand niet te vervolgen omwille van de weinig beschikbare controleurs, of om iemand die al veroordeeld is toch niet te bestraffen vanweege de overbevolking in de gevangenissen, ...
- in het recht kan je gewoon brute pech hebben (als je na 24u iets moet indienen en het gebeurt pas na 24u en 2 minuten is het niet meer geldig en vervalt de aanklacht)
- er wordt alleen naar de feiten gekeken, in concreto (zie: Vrouw Justitia)
b. Specifieke begrippen
Juristen kennen een volledig eigen jargon. Dit omdat het recht zo concreet is, dat een verspreking ondenkbaar is:
- verschil moord en (on)opzettelijke doodslag
- verschil fout en onrechtmatige gedragingen ( hoe zou een goede huisvader handelen? Staat in het wetboek)
- verschil misdrijf, wanbedrijf, misdaad
- verschil gerechtelijk jaar, burgerlijk jaar
- archaïsch taalgebruik
- recht geld voor iedereen, tenzij anders vermeld in het wetboek (= algemeen geformuleerde normadressaten)
c. Opgelegd door specifieke juridische instanties
- Sancties worden extern opgelegd (parket, rechtbank, ...)
- Alles gebeurt in concreto, dwz: uitspraak is alleen bindend op een individu, op basis van feiten (dit in tegenstelling tot het precedentensysteem)
d. Afdwingbaar
e. Ter ordening van de maatschappij
F. Rechtsfilosofie
a. Recht vs rechtvaardigheid
- De rechtsregels zijn streng en om die reden soms niet rechtvaardig
bv: twee minuten te laat: overvaller wordt niet aangehouden door een procedurefout
bv: verdachte in een drugszaak wordt vrijgelaten na procedurefout
bv: nazirecht: onrecht/geen recht?
b. Rechtspositivisme
- waarde neutraal
- geen ethische waarden
- formalisme: recht is recht als het zich aan bepaalde vormen houdt
- Austin (17e eeuw): recht zijn bevelen door een soeverein opgelegd die afgedwongen kunnen worden --> dwz: recht is onafhankelijk van het moraal, recht en bevelen
- Hart and Kelsen: elke wet kan juridisch geldig zijn = pure theory of law --> dwz: moreel illegitiem hoeft niet te leiden tot juridisch illegaal en dat er onderscheid wordt gemaakt tussen juridische en sociale sancties
c. Natuurrechtsleer
- recht moet rechtvaardig zijn
- men moet met de (wil van de) natuur rekening houden
bv: mag een vrouw van +50 nog kinderen krijgen? Rp: ja nr: nee