Principe van onschendbaarheid vd wet Case 1971 Smeerkaasarrest
Nov 58’ België gaat importrechten heffen op zuivelproducten, maar binnen de EU gemeenschap waren import en exportrechten afgeschaft. Eerst besliste de EU gemeenschap om status quo te houden, dus bestaande im/export rechten blijven maar geen nieuwe
De comissie kan een inbreukprocedure tegen België invoeren omdat België de gedragsverplichtingen niet naleeft. En in 1965 trekt België het KB dan ook in.
Maar zuivelbedrijven gaan in protest, want hebben invoerrechten betaald. Het gaat hier om een KB die strijdig is met een wet.(verdrag bestaat eigenlijk niet, is omgezet tot een wet)
Franco-ski le suisse gaat in beroep; zijn bedrijf heeft minder winst kunnen maken en stapt naar de rechtbank om geld terug te vragen. (er is iets uitbetaald wat ze eigenlijk niet moesten betalen) De rechter zegt dat hij geen juridische grond heeft om Belgische overheid verplichten geld terug te vragen. = Een slecht arrest.
In 67 doet de rechtbank van eerste aanleg een uitspraak. Men maakt een wet: de gelden op basis van dat besluit kunnen niet worden terugbetaald.
Dus als een rechter hiermee te maken heeft, strijdigheid van wetten, en hij moet de jongste wet toepassen, die van 67 dus. Franco ski-le suisse gaat in beroep. En de rechter voelt aan dat het verdrag primeert boven een wet, dus de wet moet niet worden toegepast.