principes met betrekking tot de werking van de rechterlijke macht
- recht op een eerlijk proces
- recht van toegang tot een rechter
- openbaarheid v. terechtzitting opdat er controle kan zijn (met uitzondering van zedezaken)
- openbaarheid v. uitspraak : de rechter moet eigenlijk elk vonnis/arrest openbaar uitspreken maar in burgerlijke zaken gebeurt dit soms niet
- motivering van uitspraak : de rechter moet op alle zaken antwoord kunnen geven (dus als iemand 10 punten heeft om te verdedigen zal de rechter op al deze 10 punten een antwoord moeten geven)
- onafhankelijkheid en onpartijdigheid : onafhankelijkheid wil zeggen dat er geen schijn mag zijn dat de rechter afhankelijk is van de UM (cfr: spaghettiarrest)
- verbod van rechtsweigering: als een zaak voor een RB wordt ingeleid moét die RB deze aannemen
- uitspraak binnen een redelijk termijn : als een zaak bijzonder lang is mag je hem opwerpen en een strafvrmindering aanvragen waardoor iemand in bepaalde zaken wel schuldig kan worden verklaard en geen straf krijgt
- recht op dubbele aanleg: belangrijk hierbij is dat de nieuwe RB de zaak volledig vanaf 0 weer zal bekijken
- recht op verdediging = advocaat
- recht op verdediging-tegenspraak = recht op weerlegging van tegenspreken
- recht op uitvoering van bindende vonnissen en arresten: maatregelen opdat het vonnis wordt uitgevoerd (bv geld krijgen) maar dit wordt heel vaak niet uitgevoerd!
- strafrechtelijke immuniteit
- onschendbaarheid van koning (burgerrechtelijk en strafrechtelijk), minister en parlementsleden
- bepaalde personen zijn beperkingen gesteld aan rechtsvervolging