Wettelijke erfopvolging:
- de wetgever bepaalt de wettelijke erfopvolging in abstracto
- het vermogen moet altijd aan iemand toekomen. In het geval dat er niemand is om naar te erven gaat de erfenis naar de staat
De erfopvolgers:
Wordt ingedeeld volgens de hiërarchie tussen bloedverwanten
- Orde: groepen door de wetgever opgesteld:
- 1e orde: orde van descendenten = kinderen, kleinkinderen
- 2e orde: orde van bevoorrechte verwanten in opgaande en zijlijn = broers&zussen (+hun afstammelingen) + ouders
- 3e orde: orde van ascendenten = grootouders + ouders (wanneer er geen broers&zussen (+afstammelingen)) zijn
- 4e orde: orde van zijverwanten tot aan de vierde graad = ooms, tantes, nichten, …
- Graad: stappen nodig om tot gemeenschappelijke stamouder te komen
- Lijn: ofwel in rechte lijn of in zijlijn
De verdeling gebeurt binnen deze orden MAAR:
- langstlevende echtgenoot wordt door geen enkele orde uitgesloten, ze krijgt altijd iets en het wettelijk reservoir van de erfgenaam: hierbij moeten we altijd naar het huwelijks vermogenstesel kijken = vereffening en verdeling van het vermogen
- wettelijk stelsel: man sterft – vrouw krijgt haar eigen deel van het vermogen + ½ van het gemeenschappelijk deel (dat zoeizo van haar is!) het nalatenschap van de man is dan zijn eigen vermogen + ½ van het eigen vermogen
- langslevende echtgenoot kan nooit uit de echt, tafel of bed gescheiden worden, dwz: ze heeft vruchtgebruik (genotsrecht) al erven de kinderen het huis! Ze heeft altijd recht op de huur van het onroerend goed
- de rest van het erfrechtelijk aandeel is afhankelijk van de samenloop:
- ze is alleen en er zijn dus geen erfgerechtigde bloedverwanten waarbij ze de gehele nalatenschap in volle eigendom ontvangt
- er zijn ook afstammelingen van de overledene: kinderen krijgen de blote eigendom en de echtgenoot krijgt vruchtgebruik
- erfopvolgers in de 1e graad ervan bij hoofde = in zoveel delen als het aantal personen
- geen erfopvolgers in 1e graad erven bij staken= verdeling in familietakken en binnen familietakken per hoofd
Bijzonderheden:
- plaatsvervulling: erfgenaam neemt plaats in van de vooroverleden erfgerechtigde (en erft dus in diens plaats) = wanneer de erfgerechtigde vóór de erflater sterft
- kloving: zit in de 3e orde, en komt maar uitzonderlijk voor= als overledene geen echtgenoot of afstammelingen heeft en geen broers of zussen die afstammelingen hebben=> nalatenschap wordt in 2 delen verdeeld over de vaderlijke en moederlijke kant