Elke staat heeft zijn eigen IPR dat collisieregels bevat. Deze leggen vast volgens welk intern recht een conflict moet opgelost worden. Het is dus slechts internationaal in de mate waarin het te maken heeft met méér dan 1 rechtsorde. De regeling zelf is zuiver nationaal. Doordat elke staat zijn eigen IPR heeft kunnen er natuurlijk grote moeilijkheden ontstaan.
Burgerlijk recht
handelsrecht
vennootschapsrecht
internationaal privaatrecht
Constitutioneel recht
administratief recht
strafrecht
fiscaal recht
internationaal publiekrecht
Het materiële strafrecht beschrijft de strafbare feiten en de daaraan verbonden straffen. Het Belgisch strafwetboek onderscheidt drie misdrijven:
- overtredingen met politiestraf (1 tot 7 dagen gevangenis en max. 125 EUR boete); zij vallen onder de politierechtbank
- wanbedrijven met correctionele straffen ( 8 dagen tot 5 jaar gevangenis en max. 130EUR boete); zij vallen onder de correctionele rechtbank
- misdaden worden door het assisenhof met criminele straffen bestraft.
Formele strafrecht: de regels omtrent de wijze waarop een onderzoek naar eventuele misdrijven gedaan moet worden, hoe de procedure voor de bevoegde rechtbank verloopt en op welke wijze de uitgesproken straffen dienen te worden uitgevoerd. Dit vinden we terug in het Wetboek van Strafvordering
Staatsrecht: recht dat de regelen omvat die de vestiging, de structuur en de uitoefening van het soevereine gezag betreffen; het regelt de inrichting van de staatsmachten, hun onderlinge verhoudingen en grondrechten welke aan de burgers zijn toegekend. Dit ligt hoofdzakelijk in de GW vast, maar ook in een paar bijzondere wetten. Sommige landen hebben geen GW, hun staatsrecht is dan gewoonterechtelijk.
Het Europees Gerecht van Eerste Aanleg:
hier behandelt men:
-vorderingen ingesteld door natuurlijke of rechtspersonen tot nietigverklaringen van handelingen strijdig met de Europese regels
-vorderingen die de Raad of Commissie beogen te dwingen bepaalde besluiten te nemen
-vorderingen tot het bekomen van schadevergoeding voor schade veroorzaakt door de Gemeenschapsinstellingen
-geschillen tussen de EU en haar personeel
Europees Hof van Justitie
-geschillen over het recht van de EU, waar het Gerecht van Eerste Aanleg niet bevoegd voor is.
- uitspraken doen over hogere beroepen tegen beslissingen van het Europees Gerecht van Eerste Aanleg
-waken over de uniforme interpretatie van het recht van de EU in alle staten ervan. Dit doet ze door prejudiciële vragen te beantwoorden. Ze doet geen uitspraak over de betwisting enkel over de vraag.
