Basisaxioma 4: analoge en digitale communicatie
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 5802 keer
In de menselijke communicatie kunnen objecten op 2 verschillende manieren worden aangeduid.
1. Men stelt het object voor door een afbeelding
2. Men benoemt het object door een naam
Opvallend bij digitale communicatie is het gebruik van het woord en de nadruk op de logica als middel van communicatie.
Meestal bestaat analoge communicatie uit gebaren, verwijzingen naar voorwerpen, afbeeldingen, gelaatsuitdrukkingen, ...
Dat verschil tussen analoge en digitale taal heeft belangrijke gevolgen voor de menselijke communicatie. Meestal wordt er een congruentie verondersteld tussen analoge en digitale taal, of, tussen verbale en non-verbale communicatie.
De mogelijkheden van digitale taal zijn veel ruimer dan die van analoge. Abstracte begrippen (bv. een boek) zijn niet mogelijk zonder de aanwezigheid van digitale taal onder de vorm van concepten, de taal van de logica en de opbouw van zinnen en woorden.
Als de digitale boodschap niet overeenstemt met de analoge boodschap, dan hebben we paradoxale communicatie.
Het effect van dergelijke communicatie is dat we een boodschap krijgen (bv. Kwaadheid) ie tegelijkertijd ontkend wordt.
Analoge taal kan gemakkelijk door de ontvanger verkeerd geïnterpreteerd worden. Ook hier biedt metacommunicatie een uitkomst.