Causaliteit
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 3512 keer
- In zijn algemeenheid geldt dat X directe oorzaak is van Y als er aan een drietal voorwaarden is voldaan:
- X gaat vooraf aan Y
- X hangt empirisch samen met Y
- Er is geen alternatieve verklaring voor de samenhang tussen X en Y
- X gaat vooraf aan Y is logisch in de zin dat een oorzaak na een gevolg niet plausibel is. Gelijktijdigheid is wel toegestaan.
- X hangt empirisch samen met Y, er is een verband tussen de scores op de ene variabele en de andere. Dit kan tot uitdrukking komen in de Pearsoncorrelatiecoëfficiënt.
- Geen alternatieve verklaring voor causaliteit van X en Y is moeilijker aan te geven. 3 impliceert dat we pas van X als oorzaak van Y mogen spreken als we zeker weten dat er geen andere verklaring is voor het verband dat we zien. In de situatie waarin een waargenomen verband tussen twee variabelen X en Y wordt verklaard door een derde variabele, noemen we het verband X en Y spurieus.
- Spurieuze verbanden zijn te ontdekken door de relatie tussen de vermeende oorzaak X en gevolg Y uit te rekenen terwijl voor de invloed van de verstorende factor Z wordt gecorrigeerd.
- Een voorbeeld is de partiële correlatiecoëfficiënt.
- Als er meerdere complicerende factoren aanwezig zijn spreekt men van multipele oorzaken.
- Oorzaak gevolg relaties kunnen ook reciprook zijn, dat wil zeggen dat eerst X Y veroorzaakt, waarna Y invloed op X uitoefent. We spreken dan van reciproke causale relaties.
- Daarnaast kan een verband tussen twee variabelen onderdrukt worden door een derde variabele; we spreken dan van een suppressor-variabele.
- Als er geen verband verdwijnt na correctie voor een derde factor, dan weet men dat er geen oorzakelijkheid tussen X en Y is. Het blijft onmogelijk voor alle mogelijk vertekenende derde factoren te corrigeren, een causale uitspraak blijft daarom altijd een hypothese.