De klassentheorie van Marx
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 1721 keer
- Klasse= een groep van mensen die in eenzelfde verhouding staan tot de productiemiddelen
→ theorie in 5 stappen
1. Economische grondslag van sociale klasse
→ klassen gedefinieerd door de mate waarin hun leden delen in de middelen waarmee welvaart van een maatschappij wordt opgeleverd
=> pre-industriële maatschappijen: landeigenaars en landbewerkers
=> moderne industriële maatschappijen: kapitalisten en proletariaat
↓ → verkopen arbeid aan
bezitten productiemiddelen kapitalisten
2. Polarisatie (Verelendung)
- Transitionele klassen: boeren, middenstanders …= klassengroepen die nog zijn overgebleven uit een vroegere periode met een andere productiewijze
- Uitbuiting door afroming meerwaarde
- (zelf)vervreemding
- Concurrentie leidt tot oligopolievorming
3. Klasse-an-sich & Klasse-für-sich (objectieve en subjectieve klasse)
→ discrepantie tussen objectieve klassencondities en subjectieve besef dat mensen hebben van hun positie in het klassesysteem
=> vals bewustzijn: proletariaat beseft niet wat hun belangen zijn
=> zelfbewustzijn zal groeien volgens Marx en proletariaat zal zich verenigen tot georganiseerde zelfbewuste klasse
4. Klassenstrijd
→ belangentegenstelling tussen de kapitaalbezitters en de proletariërs zou volgens Marx uitlopen op een klassenstrijd
=> revolutie: proletariërs hadden immers niets te verliezen
=> leiden tot klassenloze maatschappij
5. Klassenloze maatschappij
→ revolutie-idee centraal in Marx’ maatschappijopvatting: waar het in een klassenmaatschappij om gaat is de strijd om schaarse hulpbronnen die mensen begeren of nodig hebben
=> geschiedenis is relaas van de strijd tussen deze groepen over de beschikkingsmacht