De taak van de socioloog: cijferaar, mythejager, levenskunstenaar.
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 2501 keer
De sociologie moet de sociale werkelijkheid voor mensen doorzichtig en beheersbaar maken. Zij moet de mensen via sociologische kennis meer greep geven op hun eigen leven.
1. CIJFERAAR
- De empirisch-analytische taak: inzicht verwerven in de samenhang die zich in samenlevingvormen,organisaties,groepen,.. voortdoet en vat krijgen op de regelmaten en oorzaak-gevolg relaties die er zich in aftekenen.
- VOORBEELD: in 1998 doken geruchten op dat meisjes het beter doen op school dan jongens. Sociologen vroegen zich af of dit echt zo was en of het een nieuw verschijnsel was. Wat bleek uit onderzoek was dat het verschijnsel zich ook voordeed in andere landen. 2 sociologen deden onderzoek in 2002 en kwamen tot conclusie dat meisjes het inderdaad beter doen als jongens. Maar het verschijnsel bestond echter al sinds 1957. Dus wat blijkt is dat gedurende 40 jaar jongens het al slechter deden, maar dat het opeens na lange tijd een „probleem‟ wordt. De volgende vragen die de sociologen zich dan stellen is „ waarom?‟. Het waarom van een verschijnsel is vaak complex te beantwoorden. Om die waaromvraag toch beantwoorden werd er onderzoek gedaan, 4500 lln werden geïnterviewd. Na analyse bleek dat het slechter presteren van de jongens vooral te maken heeft met de houding. ( meer stoerdoenerij)Wat merkbaar is dat de meisjes die voorsprong wel verliezen zodra zij de arbeidsmarkt bekomen. Op die manier leidt dit empirisch onderzoek ons tot inzichten in het maatschappelijk leven.
- Emperisch onderzoek is dus nuttig bij het uitstippelen en evaluren van het beleid van de overheid en andere organisaties.
- Opleiding van de socioloog: leren van verschillende methoden om te observeren en waar te nemen, waarnemingen registreren, waarnemingen analyseren. De opleiding tot socioloog bestaat voor een groot deel uit leren van inzichten en methoden waarmee die stroom aan gegevens op een efficiënte manier kan worden omgezet in verstaanbare en bruikbare info.
2. MYTHEJAGER
- het verwerven van empirisch-analytische kennis verloopt zelden conflictloos. Weerstand tegen nieuwe kennis is een wijdverbreid verschijnsel. Het verwerven van betrouwbare kennis over het handelen en samenleven van mensen zal daarom dikwijls tot spanningen en conflicten leiden.
- Daarbij staat de socioloog niet noodzakelijk tegenover de overheid; zijn bevindingen kunnen evengoed botsen met die van andere belangengroepen. De onderzoeker heeft in het verleden zelfs al bondgenoot geweest van de overheid VOORBEELD: in de jaren 90 was er een lerarentekort, iedereen nam aan dat dit kwam door de lage lonen ( fout overheid). Uit heel wat socio onderzoek bleek dat de lagelonen en het statusverlies niet de oorzaak waren voor het leerarentekort. Niemand luisterde naar die bevindingen dus nam de overheid actie. Ze liet een boekje publiceren „ feiten en mythen over leraren‟. Zo slaagde de overheid erin de problematiek realisticher te maken.
- KRITISCHE FUNCTIE: de socioloog zal met zijn onderzoeksresultaten dikwijls tegen de bestaande belangen en vooroordelen ingaan. Hij verschijnt dan als een soort mythejager. Achter de werkelijkheid zoals zij lijkt te zijn, toont hij een diepliggendere werkelijkheid die mensen soms liever niet onder ogen zien. Een zo nuchter en realistisch mogelijke kijk op de werkelijkheid die de beste kansen biedt op welvaart,welzijn en vrijheid voor iedereen.
2 PIONIERS:
1. KARL MARX en 2. SIGMUND FREUD
- Karl Marx: volgens marx was de beschrijving van de werkelijkheid en de visie op de geschiedenis die een bepaalde maatschappij werden verspreid, waren in de eerste plaats opgezet om de sociale en economische positie van de dominante groepen of klassen te vrijwaren. Achter de schijnbaar objectieve beschrijving van de economische en sociale wetmatigheden, schuilt het belang van de dominante klasse.
- Freud: bij hem vinden we ook het idee van dubbele werkelijkheid. Volgens hem wordt het gedrag van mensen ook georiënteerd door het onderbewustzijn. De inhoud van dat onderbewustzijn kan volgens analyse aan de opp. van het bewustzijn worden gebracht. Eenmaal bewust van het onbewuste, kan de patiënt een grotere mate van controle over zijn handelen en leven verwerven.
3. LEVENSKUNSTENAAR
- Niet alle sociologen vinden kritische taak eve belangrijk. Zij vragen zich af of zo een kritische functie altijd wel nuttig is, en men de maatschappelijke rol van de myhtes niet onderschat.
- Deze sociologen volgen het denken van friedrich Nietzsche. Niet de feitelijke juistheid van een uitspraak is belangrijk, maar de overtuiging of dat geloof de mensen helpt te leven. (tegen-verlichting). Deze sociologen vragen aandacht en respect voor de mogelijke postieve functies van mythe, bijgeloof en onberedeneerde aanvaarding.