Marx’ stratificatietheorie
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 1240 keer
Stratificatie verwijst naar de ongelijkheid in de samenleving, de indeling in verschillende lagen.
Marx deelt de mensen in a.d.h.v. de economische positie van de personen ( economisch).
Klassen = groeperingen die van elkaar te onderscheiden zijn op basis van hun relatie tot `de productiemiddelen van een bepaalde economie.
In de industriële-kapitalistische economie: 2 klassen
-bourgeoisie: controleren de productiemiddelen
-proletariaat: bezitten geen productiemiddelen en moeten arbeid verkopen.
-> Botsen met elkaar,basis voor klassenstrijd.
Deze indeling op het criterium van het bezit van de productiefactoren is een zijde van de
klassenpositie => objectieve criterium van de economische positie.
=> toestandsklasse = ‘an sich’
=> bewustzijnsklasse = ‘für sich’
Proletariaat valt enkel onder ‘an sich’, ze zijn niet bewust van de uitbuiting
Bourgeoisie bevat beide (an & für sich), ze zijn bewust van hun positie en hun middelen/bezittingen.