Psychosocial Development in Middle Adulthood
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 1117 keer
Change at Midlife: Classic Theoretical Approaches
Self-actualisatie, de volledige realisatie van het menselijk potentieel, kan eigenlijk alleen maar ontstaan, gepaard gaande met volwassenheid.
Jung stelde dat op middelbare leeftijd een periode van individuation aanbreekt: het naar boven komen van het ware zelf, door bepaalde tegenstrijdige elementen van de persoonlijkheid uit te balanceren of te integreren. Tijdens de middelbare leeftijd dient met het concept van jeugd op te geven en mortaliteit te accepteren.
Volgens Erikson breekt op de middelbare leeftijd het stadium generativity vs stagnatie aan. Generativity is begaan zijn met de zorg, begeleiding en beïnvloeding van toekomstige generaties. Dit kan communal zijn (zorg voor anderen) of agentic (waarde toebrengen aan de maatschappij). Het ontstaat door de wens symbolisch onsterfelijk te worden, terwijl men steeds meer verantwoordelijkheid krijgt. Na dit conflict is men in staat zorg voor anderen te leveren. Tijdens de volwassenheid vind een grote verschuiving plaats van het streven op jong volwassen leeftijd naar interiority (introversie en introspectie, naar het zelf kijken) op middelbare leeftijd.
De sociale klok volgens het timing of events model is tegenwoordig nauwelijks nog van toepassing, aangezien de middelbare leeftijd met een breed scala aan activiteiten gepaard gaat, wat vroeger niet het geval was. Leeftijdsgrenzen zijn er ook niet echt meer.
The Self at Midlife: Issues and Themes
De midlife crisis is een periode van beoordeling over hoe iemand het leven tot nu toe geleefd heeft en kan tot crisis leiden als men bewust wordt van sterfelijkheid en doelen die men wilde bereiken niet bereikt zijn. Midlife crisis is iets wat weinig mensen meemaken. Midlife is slechts een keerpunt waarop evaluatie plaatsvindt, net als in de vroege volwassenheid. De midlife review (introspectieve beoordeling die leidt tot opnieuw afwegen van waarden en prioriteiten). Crisis is met name afhankelijk van de persoon zelf en niet van de leeftijd. Mensen met veel ego-resiliency zullen makkelijker met hun midlife review om kunnen gaan.
Volgens Whitbourne is identiteit gebaseerd op continue assimilatie en accommodatie van ervaringen, waardoor de identiteit in feite telkens veranderd. Er dient ongeveer een balans te zijn tussen assimileren en accommoderen. Als een persoon teveel assimileert, betekent dit dat deze de waarheid niet onder ogen kan zien en gaat bijvoorbeeld gepaard met obsessief gedrag om jong proberen te blijven. Iemand die teveel accomodeert heeft een zwakke identiteit en is zeer vatbaar voor kritiek, waardoor zo iemand zich te snel als oud kan zien. Mensen met een gebalanceerde stijl erkennen de veranderingen die optreden en zien in wat veranderd kan worden en wat niet.
Generativity blijkt meestal pas te ontstaat als de eigen identiteit stabiel is. Generativity van vrouwen is op middelbare leeftijd hoger dan dat van mannen, maar dit wordt gelijk getrokken op oudere leeftijd. Het blijkt dat het verlangen naar generativity al in jonge volwassenheid ontstaat, terwijl het op middelbare leeftijd pas bereikt kan worden. Sommigen pleiten voor een levensloopperspectief van generativity waarbij generativity op ieder moment in het leven beïnvloedt kan worden door verwachtingen en gebeurtenissen.
De verhalende psychologie ziet de ontwikkeling van het zelf als een continu vertellend proces. Mensen volgen een script en brengen zo hun identiteit naar voren. Middelbare leeftijd is een tijd dat de verhaallijn aangepast wordt. Zelfontwikkeling wordt geleid door life span growth goals. Deze kunnen exploratory (zelf en anderen begrijpen) of intrinsiek (gericht op welzijn en geluk) of beide zijn. Leven op basis van een generativity script kan tot veel geluk leiden aangezien men zich realiseert dat de resultaten van de persoon de persoon zelf zullen overleven. Bij een commitment story doen mensen er veel aan om andere mensen te helpen.
Op middelbare leeftijd kan volgens Gutmann gender crossover plaatsvinden, het uitwisselen van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen tussen respectievelijk mannen en vrouwen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het einde van het ouderschap. Onderdrukte mannelijke en vrouwelijke kanten komen nu bij respectievelijk vrouwen en mannen naar boven. Ander onderzoekt toont aan dat er wel een leeftijdsgerelateerde verandering in persoonlijkheid plaatsvindt, maar dat er geen sprake is van gender crossover.
Het welzijn van mensen neemt op middelbare leeftijd over het algemeen toe. Negatieve emoties nemen af en positieve emoties nemen toe. Dit komt waarschijnlijk omdat mensen steeds meer leren accepteren wat er komen gaat en zo beter in staat zijn hun emoties te beheersen. Mensen in alle leeftijdsgroepen en beide geslachten zijn doorgaans tevreden met hun leven. Dit komt omdat positieve ervaringen beter herinnerd worden terwijl negatieve ervaringen op den duur wegebben of men zich hier aan aanpast. Sociale steun, religie, extraversie en conscientiousness zijn belangrijke bijdragers aan geluk. Tevredenheid over het leven neemt met de leeftijd toe. Welzijn wordt beïnvloedt door lichamelijke gezondheid, genieten van het leven en positieve gevoelens over het zelf.
Carol Ryff ontwikkelde zes dimensies van welzijn: self-acceptance, positieve relaties met anderen, autonomie, beheersing van de omgeving, doelen in het leven en persoonlijke groei. Sociaal welzijn is de zelf gerapporteerde kwaliteit van relaties met andere mensen. Er zijn vijf dimensies van sociaal welzijn: social actualization (geloof in de maatschappij om een bepaalde positieve richting op te gaan), social coherence (de wereld als logisch en voorspelbaar zien), social integration (zich onderdeel voelen van de maatschappij), social acceptance (positieve accepterende houding jegens anderen) en social contribution (het gevoel dat men bijdraagt aan het welzijn van de maatschappij). Sociaal welzijn is hoger bij mannen, getrouwden en mensen met een hoge opleiding.
Relationships at Midlife
Volgens de social convey theorie gaan mensen door het leven terwijl ze omringd zijn door concentrische cirkels van intieme relaties variërend in hoe hecht deze zijn. eigenschappen van de persoon en eigenschappen van de situatie beïnvloeden de grote en samenstelling van het convoy. Convoys laten op lange termijn stabiliteit zien, maar hun samenstelling kan veranderen. Convoys van vrouwen zijn groter dan die van mannen.
Volgens de socioemotionele selectiviteitstheorie kiezen mensen hun sociale contacten op basis van drie eigenschappen: de functie als informatiebron, het ontwikkelen van een gevoel over het zelf en als bron van plezier, comfort en emotioneel welzijn. Op de zuigelingenleeftijd speelt emotionele steun met name een rol. Van de kindertijd tot en met de adolescentie informatievergaring. Dit blijft belangrijk op middelbare leeftijd, maar het emotionele aspect doet nu ook weer zijn intrede. Relaties zorgen over het algemeen voor verhoogd welzijn, maar kunnen ook tot stress leiden, met name bij vrouwen.
Consensual Relationships
Het huwelijk brengt ook op middelbare leeftijd weer allerlei voordelen met zich mee. Single zijn vergt wel zijn tol op mannen. Vrouwen schijnen hier op middelbare leeftijd beter tegen te kunnen. Tevredenheid over het huwelijk volgt een u-vormig beloop. In het begin is men heel gelukkig, rond het begin van de middelbare leeftijd het ongelukkigst, waarschijnlijk door de hoge druk van carrière en puberkinderen en aan het eind van de middelbare leeftijd wordt meer geluk gerapporteerd dan aan het begin van het huwelijk. Tevredenheid is ook afhankelijk van de geestestoestand van de partner. Depressie van de een leidt tot minder tevredenheid bij de ander. Het blijkt ook dat mannen die samenwonen op middelbare leeftijd niet zo tevreden zijn als getrouwde mannen, terwijl dit voor vrouwen niet uitmaakt. Dit komt waarschijnlijk omdat ze bang zijn dat ze makkelijker verlaten kunnen worden als hun gezondheid ze in de steek laat. Scheiding komt na de eerste 10 jaar huwelijk veel minder voor, maar een scheiding op middelbare leeftijd kan voor trauma zorgen aangezien men zich net gesettled heeft. Men heeft de neiging bij elkaar te blijven
vanwege marital capital, oftewel financiële en emotionele capaciteiten die tijdens het huwelijk verworven zijn. 50-ers maken zich het meest zorgen na een scheiding. Reden nummer 1 voor een scheiding is mishandeling. Mensen die hertrouwen zijn uiteindelijk beter af. Vanwege de grotere onafhankelijkheid van vrouwen komt scheiden wel meer voor. Het blijkt ook dat mensen die scheiden op middelbare leeftijd hier beter mee om kunnen gaan dan mensen op jong volwassen leeftijd. Homoseksuelen blijken op middelbare leeftijd minder vaak samen te wonen en hun relatie aan de grote klok te hangen dan jongeren. Dit komt waarschijnlijk doordat de homo’s op middelbare leeftijd uit een generatie stammen waarbij homoseksualiteit nog een taboe was. Vriendschappen nemen af, maar de resterende worden wel intiemer en zijn een goede bron voor sociale steun. Kwaliteit vervangt kwantiteit in feite.
Relationships with Maturing Children
Ook op middelbare leeftijd is het mogelijk dat iemand nog steeds voor jonge kinderen moet zorgen, maar de meeste mensen op deze leeftijd hebben kinderen die het huis uit gaan of al volwassen zijn en zelf kinderen krijgen. Het welzijn van ouders hangt af van hoe hun kinderen terecht komen. Puberkinderen en mensen op middelbare leeftijd voorspelt crisis in huis. Conflict kan optreden en deze ouders ontwikkelen meer stress dan kinderloze ouders, maar uiteindelijk wordt het psychologische welzijn beter en ontwikkelen ze meer generativity, met name bij mannen. Ook trots kan naar voren komen. Vaak is er een mix van positieve en negatieve emoties.
Als het laatste kind het huis verlaat, spreekt men ook wel van het lege nest. Dit kan een periode van opluchting zijn, omdat men eigen doelen na kan streven of van stress, als mensen zich identificeren met de ouderrol. Ook kan het een reden zijn om een gebrekkig huwelijk niet langer voort te zetten. Een leeg nest wil niet zeggen dat het ouderschap ophoudt. De relatie verandert alleen. Ouders en kinderen moeten zich hieraan aanpassen. Ouders geven hun kinderen in deze fase meer steun dan andersom. Over het algemeen gaan ouders en kinderen nog steeds graag met elkaar om. Relaties kunnen hecht zijn, sociaal, verplicht, detached en intiem maar gedistantieerd. Kinderen hebben vaak een hechtere band met hun moeder dan met hun vader.
Soms treedt het revolving door syndrome op: kinderen komen weer thuis wonen in tijdens van financiële of emotionele moeilijkheden. Aangezien deze normatieve gebeurtenissen van uit huis gaan niet of verlaat optreden, kan stress ontstaan. Autonomie van het kind is immers een marker voor het succes van het ouderschap. Het is natuurlijk zo dat het niet per se een verstorende reactie teweeg hoeft te brengen. Sommige ouders vinden het prettig en zien het als aanhalen van de familiebanden. Other Kinship Ties
Op middelbare leeftijd is de relatie met de ouders doorgaans heel hecht, met name tussen vrouwen en hun moeders. Het zijn nu de ouders die hulp nodig hebben van hun kinderen. Filial maturity breekt nu aan, het leren accepteren dat ouders nu op de kinderen moeten leunen. Dit is de uitkomst van een filial crisis, een normatieve ontwikkeling op middelbare leeftijd waarin men liefde en plicht jegens ouders balanceert met autonomie in bidirectionele relatie. Ambivalentie kan aanwezig zijn als men zowel voor ouders, als zichzelf als eigen kinderen moet zorgen.
De relatie tussen kind en ouder is doorgaans het best als de gezondheid van de ouder nog goed is. Geestelijke en lichamelijke achteruitgang kan de relatie verslechteren, omdat dan continu zorg nodig is. Vrouwen geven sneller zorg aan ouders dan mannen, waarschijnlijk omdat de band tussen vrouwen en ouders hechter is. Ook werken vrouwen minder en kunnen ze makkelijker stoppen, omdat ze doorgaans niet de primaire kostwinner zijn.
Zorgen voor een ouder met lichamelijke en geestelijke beperkingen kan stress teweeg brengen, helemaal als de zorgbehoefte groot is en men nog een drukke baan en eigen kinderen heeft. Omdat vrouwen meer zorg geven, lijden zij vaak het meest aan caregiver burnout. De sandwich generatie zit in feite tussen eigen kinderen met behoeften en ouders met behoeften in, wat op financieel en emotioneel gebied veel energie vergt. Over het algemeen is het zo dat zorg voor ouders pas nodig is als kinderen het huis al uit zijn. Als de sociale steun goed is, men de zorg belonend vind en van de familie houdt, kan zorgen als bron van persoonlijke groei dienen.
De relaties met broers en zussen vormen ook een u-vormig verloop over het leven. Op jonge leeftijd en middelbare leeftijd is het contact het best. Conflict tussen broers en zussen verdwijnt grotendeels, waarschijnlijk omdat broers en zussen die elkaar niet mogen nooit meer afspreken. Het belang van de relaties kan sterk wisselen over de tijd. Als een ouder ziek wordt, is de kans groot dat de relatie weer beter wordt, maar deze kan ook slechter worden als er onenigheid bestaat over de zorg voor ouders.
Ook het grootouderschap breekt aan op middelbare leeftijd. Hoe grootouders wonen met betrekking tot kinderen en kleinkinderen is afhankelijk van cultuur. Grootmoeders zijn met name degenen die de familie bij elkaar houden en hebben vaak hechtere banden met hun kleinkinderen. Als kleinkinderen ouder worden zwakt het contact af, maar groeit de affectie. Ver weg wonen wil niks zeggen over de kwaliteit van de relatie.
Met alle scheidingen van tegenwoordig kan het contact tussen kleinkinderen en grootouders ook minder goed in stand gehouden worden. Omdat de moeder meestal de voogdij krijgt, hebben de grootouders van haar kant vaak beter contact met kleinkinderen dan die van vaders kant. Ook stiefkleinkinderen kunnen erbij komen en het is voor grootouders vaak moeilijk hier een band mee te vormen, met name bij oudere kinderen.
Grootouders kunnen ook voor de kleinkinderen zorgen als de ouders hier niet meer toe in staat zijn. Dit kan problemen met zich meebrengen door de geringe lichamelijke conditie, werkzaamheden, pensioenplannen, het leeftijdsverschil, enz. Zorg voor kleinkinderen komt uiteraard voort uit liefde, maar ook uit schuld omdat de opvoeding van de ouders blijkbaar gefaald heeft. Ook kan het moeilijk zijn het kind weer terug te geven als de ouders de zorg weer op zich willen nemen.