Shift work model
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 524 keer
Uniek aan deze modellen is dat er vaak een notie wordt gemaakt van een verstoring van het circadiaanse/biologische ritme. Mensen hebben een bepaald vast ritme waar tijdens nachtshiften bijvoorbeeld van af wordt geweken. Bepaalde biologische (circadiaanse) indicators geven dit ritme aan:
- Lichaamstemperatuur
- Melatonine synthesis
- Blooddruk
- Korte termijn geheugen prestatie
- Alertheid
Bovenstaande processen pieken op verschillende tijdstippen maar zijn overdag over het algemeen hoger dan ’s nachts. Het circadiaanse ritme wordt bepaald door een sterk endogeen systeem en een zwakker exogeen systeem. Naast het feit dat bepaalde interne processen verstoord kunnen worden heeft ’s nachts werk nog andere nadelen, namelijk sociale verstoren (overdag slapen).
Dit leidt er toe dat er overdag korter wordt geslapen om te compenseren. Kortom: er zijn een aantal dingen die er toe leiden dat ’s nachts werken nadelige gevolgen heeft.
1. Stress-strain model
Weinig informatie over: idee is dat weinig slaap/andere momenten slapen leidt tot strain (op lange termijn). Een aantal aspecten dragen hier aan bij: psychologisch adaptie vermogen, persoonlijkheid, familie-situatie.
2. Destabilisatie model
Gaat uit van een verstoring van het equilibrium tussen werk, slaap en familie (verstoring balans). Verder belangrijk: deze theorie onderscheid fases:
- Adaptie ( 0 – 5 jaar)
- Sensitizatie en accumulatie ( 15 – 20 jaar)
Dus: nadelige gevolgen komen pas op lange termijn (tijdens de laatste fase: accumulatie).