Structurentheorie van David Pinto: F- en G-culturen
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 29768 keer
David Pinto reikt ons een denkkader aan waarmee het mogelijk wordt om de verschillen tussen mensen uit verschillende culturen te begrijpen. Begrip is niet alleen de basis voor respect, het is ook de basis voor het voorkomen van onnodige misverstanden. Pinto is een Nederlandse hoogleraar, geboren in Marokko, geëmigreerd naar Israël en vervolgens naar Nederland.
Via het model kunnen verschillen zowel op het niveau van het land, regio, bedrijf als gezin en individu worden toegelicht. Pinto verdeelt culturen in zogenaamde F-culturen en G-culturen. Zijn model beoogt geen cultuurtypologie te zijn, maar een beschrijving van de onderliggende structuren. Door het blootleggen van de onderliggende structuren kan je de achtergrond van de cultuurverschillen beter begrijpen en ook het gedrag van de mensen uit een andere cultuur beter verklaren.
Normen- en waardenpatronen van F- en G-culturen
Veel verschillen tussen mensen zijn volgens Pinto terug te voeren op de manier waarop ze omgaan met regels. Hij onderscheidt twee structuren:
- F-structuur: fijnmazige structuur, een volle, gedetailleerde en strakke structuur van omgangscodes en communicatieregels tussen mensen;
- G-structuur: grofmazige structuur, een ruimer, losser en globaler stelsel van regels en codes.
Deze structuren staan natuurlijk niet zwart-wit tegenover elkaar: het zijn de uitersten op een schaal, met daartussen de zogenaamde M(ix)-culturen. Culturen zijn nooit of G of F, maar zitten altijd tussen die twee uitersten in. Het gaat om de mate waarin bepaalde zaken beleefd worden. Het gaat over wat de overhand heeft. Het verschil tussen F- en G-structuur is niet alleen tussen landen te bespeuren, maar ook tussen groepen, regio's, landsdelen, bedrijven, afdelingen en individuen, zelfs binnen een en hetzelfde gezin.
Volgens Pinto kan elke cultuur worden gerangschikt tussen de twee uitersten.
- F-culturen worden getypeerd door een fijnmazige structuur van gedragsregels. Voor bijna iedere situatie bestaan gedetailleerde regels die het individu dient na te leven. Er is weinig ruimte voor eigen interpretatie en afwijkend gedrag. Voorbeelden: Marokko, Turkije, China, Somalië en Vietnam.
- G-culturen hebben een grofmazige structuur. Elk individu is vrij om de algemene regels te vertalen naar zijn eigen, individuele situatie. Voorbeelden: VS, Groot- Brittannië, Duitsland, Frankrijk, België en de Scandinavische landen.
- De M-cultuur is een mixvorm. Voorbeelden: Oost-Europa, Caraïbisch gebied, Latijns-Amerika, tweedegeneratiemigranten.
Binnen G-culturen kunnen onderling grote verschillen bestaan, vb. tussen landen als Duitsland en Frankrijk (G-culturen) of tussen Aziatische en Arabische landen (F-culturen). Het kan ook zijn dat in één land als België (G-cultuur) een aantal F-gebieden zijn. Ook jongerenculturen zoals skaters en gothics zijn over het algemeen nogal fijnmazig in het voorschrijven van gedrag, muziekkeuze en kledingstijl, terwijl ze in een grofmazige cultuur worden opgevoed. Tevens kunnen er verschillen zijn tussen platteland (fijnmaziger) en de grote steden (grofmaziger).