Menu

Moeilijke vragen naar gevoelige onderwerpen

  • Niet alle respondenten spreken altijd de waarheid of ventileren meningen over onderwerpen waar ze niets van af weten. Beiden kunnen voorkomen uit sociale wenselijkheid; in het eerste geval vanwege de vrees afwijkend gevonden te worden, in het tweede geval omdat men bang is te moeten toegeven dat ze niet weten waar (…) om gaat.

  • Om dit te voorkomen kunne zogenaamde ‘sleeper questions’ worden gesteld, vragen over een niet bestaand onderwerp die dus door een eerlijke respondent alleen met ‘weet niet’ beantwoord kunnen worden.
  • Ook kan een controlevraag worden opgenomen die vraagt in hoeverre de respondent eerlijk heeft geantwoord.
  • Bij gevoelige onderwerpen kan er dus spraken zijn van onder- maar ook van overrapportage.
  • Er zijn diverse strategieën bedacht om toch gegevens te verzamelen over gevoelige onderwerpen;
  • Zoals de locked-boxvariant – een interviewer laat de respondent kaarten met verschillende delicten in twee dozen stoppen. De ene doos staat voor gepleegde, de ander voor niet gepleegde delicten. De onderzoeker weet niet welke kaarten in welke doos gaan en anonimiteit wordt zo gegarandeerd.
  • Echter, via het respondentnummer zou met de identiteit kunne koppelen aan het regelovertredend gedrag.
  • Deze koppeling wordt losgelaten bij de randomized response methode; de respondent krijgt dan bijv. een dobbelsteen en moet bij het gooien van een even-aantal met ja antwoorden en bij oneven een eerlijk antwoord op de vraag geven. Achteraf kan bij bijv. een 70% aantal ja-antwoorden 20% worden toegeschreven aan daadwerkelijk daderschap. – Krijgt de respondent bijv. niet 1 maar 2 dobbelstenen en de opdracht bij nummers 2,3 of 4 ja te antwoorden, bij 11 of 12 nee te antwoorden en bij de overigen eerlijk te antwoorden, dan blijkt uit statistische berekeningen dat de kans op een eerlijk antwoord 27/36e is ofwel 75%.
    • De randomized responsemethode gaat uit van een aantal aannames. Een belangrijke aanname is dat de respondent de procedure begrijp.
    • Ten tweede gaat de methode ervan uit dat de respondent erop vertrouwt dat de onderzoeker inderdaad geen koppeling tussen de respondent en de gevoelige informatie kan maken.
  • Alhoewel de link tussen de identiteit van de respondent en het gevoelige gedrag is doorgeknipt, is het mogelijk op groepsniveau schattingen van de prevalentie van het gevoelige gedrag te maken. – er dient goed gelet te worden op de begrijpelijkheid van de instructie. Tot nu toe zijn er alleen geaccepteerde methoden om ‘ja’, ‘nee’ antwoorden uit te lokken. Bij vragen naar de frequentie van bepaald gedrag, of vervolgvragen ontstaat een probleem, de juiste methode is nog niet gevonden.
  • Respondenten worden ook wel eens door hun geheugen in de steek gelaten, ze weten niet meer dat of wanneer een bepaalde gebeurtenis heeft plaatsgevonden. De neiging om gebeurtenissen te percipiëren alsof zij korter geleden hebben plaatsgevonden dan in werkelijkheid bestaat. Dit heet telescoping.
    • Over het algemeen is echter raadzaam om bij terugvragen over kortere tijd een soort natuurlijke tijdsgrens te nemen.
    • Over het algemeen wordt niet langer dan 1 jaar en tegenwoordig zelfs 6 maanden teruggevraagd. De vertekeningen door geheugeneffecten zouden na nog minimaal zijn.
  • “the value of a crime rate decreases as the distance from the crime itself in terms of procedure increases”.  Dus hoe dichter de rapporterende instantie op de ware gebeurtenis zit, hoe waardevoller de crime rate.
  • Dit is zo omdat allerlei vertekenende mechanismen op het gedrag inwerken: aangiftebereidheid van slachtoffers, inspanningen van politieambtenaren, vervolgingsbeleid, etc. Criminaliteit kan dus het beste zo dicht mogelijk aan de bron gemeten worden.
    • Één mogelijkheid is de slachtofferenquête: we kunnen eenvoudigweg aan personen vragen of zij recentelijk slachtoffer zijn geworden van een delict – een nadeel is echter dat behalve vergeten en verzwijgen door respondenten, we alleen slachtofferhebbende delicten in kaart kunnen brengen.
    • Een andere optie ligt dichter bij de bron en is de self-report meting; hierdoor wordt echter ook niet al het delinquent gedrag gerapporteerd. Hier moet dus ook rekening gehouden worden met onderrapportage. Desalniettemin wordt over het algemeen aangenomen dat self-report metingen een voldoende valide en betrouwbare meting van criminaliteit opleveren. Aangeraden wordt een voldoende breed spectrum van delinquentie op te nemen. Tevens moet de frequentie van de delicten nauwkeurig gevraagd worden zodat de zeer actieve delinquenten ook als zodanig herkenbaar zijn.

Lees meer...

Schriftelijke afname zonder onderzoeker

  • Vragenlijsten naar huisadressen sturen met een retourenvelop of internetbevragingen vallen hier onder. Het is niet duidelijk hoeveel dekking internetbevragingen opleveren (ouderen zijn het niet gewend en niet alle jongeren hebben toegang tot internet). Bevragingen per post of internet kunnen door één onderzoeker worden opgezet voor een groot gebied.

  • Bij een vragenlijst per post moet de introducerende brief het volgende bevatten: korte heldere vragenlijst, doel onderzoek, wie het uitvoert, wie betaalt, uitleg dat op het niet meedoen geen sanctie staat, gegevens vertrouwelijk en anoniem behandeld worden, ‘incentives’, duur van het interview, telefoonnummer of adres voor meer info.

  • De vragen moeten helder geformuleerd zijn, het uittesten van schriftelijke vragenlijsten is van groot belang omdat men niet ter plaatse is om verdere uitleg te geven.

    • Een kwart van de vragenlijsten wordt binnen 2 weken teruggestuurd, daarna dient een eerste, tweede en soms een derde reminder te worden verstuurd. – non responders kunnen worden benaderd voor een apart interview, en het kan belangrijk zijn om van non-responders gegevens te noteren om te zien of de non-responders significant afwijken van de mensen die wel reageren op de vragenlijst.

    • Bij item non-respons is op te vangen als het om een beperkt aantal niet ingevulde vragen gaat. Bij hele blokken of blz. veranderd deze respons langzaam in non-respons.
Lees meer...

Telefonische afname

Telefonische surveys zijn veel goedkoper dan face-to-face bevragingen. Een goede introductie en timing is belangrijk, voor representativiteit is regelmatig terugbellen noodzakelijk. Bij telefonisch interviewen wordt CATI veel ingezet om het interview te structureren en de belasting voor de respondent te minimaliseren.

Lees meer...

Mondelinge afname

Wordt ook wel ‘in person’ interviewing genoemd, of ‘face-to-face’ afname. Het belangrijkste voordeel is een relatief hoge response rate en de mogelijkheid om lange interviews te houden. Kenmerken van de omgeving van de respondent kunnen geregistreerd worden alsmede non-verbale aspecten. Complexe kwesties kunnen worden behandeld, er kan gewerkt worden met illustraties, kleine taken, vragen om verduidelijking en de CAPI mogelijkheden kunnen worden benut. – Nadeel is het financiële plaatje. Ook het persoonlijk contact kan een storende factor zijn als het niet klikt tussen interviewer en respondent. Het zogenaamd ‘rapport kweken’ is erg belangrijk.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen