Hiermee wordt in brede zin de keuze van meetinstrumenten, precieze selectie van respondenten etc. bedoeld; alles wat met het ontwerp te maken heeft.
De term design wordt nauwer gebruikt om de aspecten van het onderzoek aan te duiden die te maken hebben met de causaliteitsvraag. Het design is de kern van de onderzoeksopzet. Designkeuzes spelen minder bij kwalitatief onderzoek.
Bachmann en Schutt onderscheiden in dat verband nomothetische onderzoeksontwerpen van idiografische onderzoeksontwerpen. Waar het nomothetische onderzoeksontwerp gericht is op het isoleren van factoren die het optreden van gebeurtenissen bij een grote groep personen kunnen verklaren, zijn idiografische verklaringen gericht op de unieke verklaring van (een serie van) gebeurtenis(en) bij één persoon, of analyse eenheid.
Nomothetische verklaringen zijn reductionistisch en werken vanuit een variabelen perspectief, waarbij de onderzoekseenheid gereduceerd wordt tot een aantal kenmerken.
Idiografische verklaringen zijn contextueel gericht en meer deterministisch.
Een en ander betekent niet dat bij kwalitatief onderzoek geen designkeuze
gemaakt wordt. Er wordt alleen minder gedacht in termen van steekproefen,
algemene geldigheid of variabelen die geïsoleerd en gemanipuleerd kunnen
Als de onderzoeksvragen geformuleerd zijn, dient toestemming gevraagd te worden en zogenaamde stakeholders geïdentificeerd te worden. Deze stakeholders zijn mensen die belang hebben bij het onderzoek en die toegang kunnen verschaffen tot wetenschappers die op cruciale plaatsen in het veld zitten waar relevante gegevens voor onderzoek aanwezig zijn.
Een commissie buigt zich over de opzet van het onderzoek en komt bijeen om voorgang en verslaglegging van het onderzoek te begeleiden. Zo is het onderzoek inhoudelijk gewaarborgd en kan de inhoudelijke deskundige uit een organisatie helpen.
Het verkennen van de wetenschappelijke literatuur is hier een tweede, maar zou ook de eerste stap kunnen zijn. Na het formuleren van de onderzoeksvraag komt er dan sowieso een 2e literatuurstudie.
Grijze literatuur is moeilijk te raadplegen; d.w.z. onderzoeksrapporten en artikelen die niet gepubliceerd zijn.
Verslagen van lezingen en samenvattingen zijn vaak onvoldoende om van een afstand als referentiemateriaal te gebruiken, maar zeer geschikt om onderzoekers te vinden met dezelfde mening.
De onderzoeksvraag is waar het in het onderzoek allemaal om draait. Het kan om zelfstandig onderzoek zijn maar ook op evaluatie gericht zijn, evaluatie van een programma, van het effect ofwel de impact van de interventie. Bij een onderzoek gaat het altijd om het gevolg van, we willen weten wat van het gebeurde na een behandeling aan die behandeling is toe te schrijven.
Een onderzoek moet zo worden opgezet dat de vraag beantwoord kan worden, de onderzoeksvraag stuurt het ontwerp. Indien de vraag niet beantwoord kan worden proberen we deze te benaderen.
In meer kwalitatieve vorm begint het onderzoeksproces niet met een vraag maar met een richting. Uit observaties en bevindingen wordt een onderzoeksvraag gedestilleerd. Hier stuurt de dataverzameling de onderzoeksvragen -> grounded theory, de gegevens; grounded data.
Grounded theory is geschikt voor onderzoek naar relatief onbekende fenomenen.
De vrijheid van de onderzoeker is betrekkelijk: de geldschieters moeten het programma goedkeuren. Daarnaast stuurt de wetenschappelijke literatuur het onderzoek en perkt het in (aangezien wetenschappers afgerekend worden op hun wetenschappelijke productie).
In ieder onderzoek naar personen dienen privacy en ethische regels in acht genomen te worden. Ieder vakgebied heeft daarvoor regels opgesteld. Allereerst gelden de normale fatsoensregels.
Daarnaast geldt het informed conscent, hetgeen betekent dat de respondenten weten waar ze toestemming voor geven.
Als privacy van personen wordt onderzocht geldt vrijwel altijd de bleangrijkste wet in dit verband: de Wet bescherming persoonsgegevens.
Toegang tot gegevens is onder twee soorten in te delen:
Toegang tot personen
Na toestemming voor het gebruik van deze gegevens is het gebruik niet vrij, in de zin dat de onderzoeker de gegevens mag gebruiken maar zelf geen contact mag opnemen met de proefpersoon en een geheimhoudingsverklaring dient te tekenen.
Toegang tot databronnen
Wie beheert, mag de toestemming tot gebruik geven. De gegevens die justitie en politie over personen beheren mogen in principe voor geen ander doel dan het voorgeschrevene gebruikt worden.
Volgend onderscheid is naar de aard van de vraagstelling. Zo is een toetsend onderzoek een onderzoek met 2 hypotheses, te weten een nulhypothese en een alternatieve hypothese.
Toetsend onderzoek is naar zijn aard kwantitatief
Als de vraag verkennend, opener en minder gericht is gesteld spreken we van een exploratieve vraag (en dus onderzoek).
Uit toetsend onderzoek komen doorgaans ‘hardere’ maar oppervlakkigere conclusies. Exploratief onderzoek is minder van tevoren omschreven, en meer diepgravend, maar leidt naar zijn aard vaak tot minder harde conclusies.
Wat betreft gegevens; primaire gegevens zijn gegevens die door de onderzoeker zelf zijn verzameld. Secundaire gegevens zijn gegevens die eerder door anderen zijn verzameld.
Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website. Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingenvoor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.