De positief tegenovergestelde kwaliteit van de valkuil is de uitdaging. De kernkwaliteit en de uitdaging zijn elkaars aanvullende kwaliteiten. De uitdaging zorgt ervoor dat we niet teveel doorslaan in onze kwaliteiten en niet teveel van het goede gaan doen. De combinatie van onze kwaliteit met onze uitdaging maakt dat we veel minder in onze valkuil gaan terechtkomen.
De uitdaging houdt met andere woorden onze kernbalans in evenwicht. Waar het om gaat, is de balans te vinden tussen kwaliteit en uitdaging. Als de balans teveel overhelt naar de kwaliteit, dan is de kans aanwezig dat we doorschieten in onze valkuil. Dus om te voorkomen dat we in onze valkuil schieten, is het aangewezen dat we onze uitdaging ontwikkelen. Dat is dus geen kwestie van of-of, maar van en-en.
VOORBEELD
Het positief tegenovergestelde van betutteling is loslaten. Als Kato haar behulpzaamheid combineert met loslaten, dan gaat ze minder betuttelen. Bij Kato gaat het om het vinden van de balans tussen behulpzaamheid en loslaten. Het gaat er dus niet om dat Kato minder behulpzaam moet zijn, maar wel dat zowel behulpzaam gedrag vertoont als leert loslaten.
Je uitdaging kun je op het spoor komen door stil te staan bij volgende vragen:
- Wat bewonder je in anderen?
- Wat mis je in jezelf?
- Wat wensen anderen je toe?
Ofman noteerde een hele lijst met voorbeelden van uitdagingen (zie bijlage). Deze lijst is niet exhaustief, maar kan je wel inspireren. Merk op dat de uitdagingenlijst samenvalt met de lijst met kwaliteiten.
Uitdaging en bewondering
Ofman stelt dat iemand die als kernkwaliteit heeft wat voor jou een uitdaging is, deze persoon veel bewondering kan oproepen. Dat is logisch: die andere kan iets wat jij ook zou willen kunnen. Een manier om jouw uitdagingen op het spoor te komen, is dus te gaan kijken waar je bij anderen bewondering voor hebt. Ofman waarschuwt wel voor de valkuilen van de bewondering. Soms heb je de neiging om de schaduwkanten van de ander niet te zien of om je eigen schaduwkanten uit te vergroten en geen oog meer te hebben voor je eigen kwaliteit die erachter zit (het Calimero-effect: ‘ik ben klein en jij bent groot en dat is héél gemeen’.)
VOORBEELD
Koenraad heeft als kwaliteit dat hij steeds aanwezig is. In groepswerken treedt hij gemakkelijk op de voorgrond en neemt hij makkelijk het woord. Andere groepsleden zijn wat stiller en kunnen zeer goed aandacht geven aan anderen. Mina is zo’n stillere student. Ze kijkt vooral op naar hoe goed Koenraad zich kan profileren, en heeft geen oog voor de valkuil die aan dit gedrag verbonden is (vb. Koenraad kan niet zo goed luisteren naar zijn groepsgenoten, hij neemt gewoon zelf steeds het woord). Door de bewondering ziet Mina ook zelf niet meer de kwaliteit die ze zelf heeft en die verbonden is met het zich niet zo goed kunnen profileren, namelijk ‘empathie’. Kernkwaliteit en uitdaging houden ons in balans
Ofman stelt dat we het dikwijls moeilijk vinden om te zien dat die twee verschillende kwaliteiten (kernkwaliteit en uitdaging) samen gaan. Dikwijls denken we in termen van of-of in plaats van en-en. Mensen zijn ook dikwijls bang dat als ze hun uitdaging ontwikkelen, ze hun kernkwaliteit gaan verliezen. Ook vrezen ze om in de valkuil van hun uitdaging te komen, dus in hun eigen allergie.
VOORBEELD
Kato vindt het moeilijk om ‘loslaten’ ook als een kwaliteit te zien. Ze is van nature zeer zorgzaam en vreest onverschillig te worden. Van daaruit heeft ze schrik om te leren loslaten. Ze zegt: “Ja maar je moet wel uitkijken dat je niet onverschillig wordt’. Ze vreest dat loslaten kan leiden tot onverschilligheid. Belangrijk is hier om duidelijk het onderscheid te maken tussen de kwaliteiten en de valkuilen. Voorbeeld: loslaten is een kernkwaliteit/uitdaging, onverschilligheid is een valkuil.
Uitdagingen en people management
- De uitdagingen van een medewerker kunnen uitgeschreven worden als doelstellingen voor verdere ontwikkeling. Als je het kernkwadrant gebruikt als uitgangspunt voor het maken van doelstellingen, ga je ook kijken naar de kwaliteiten die tegenover de uitdaging staan. Hierdoor spreek je de medewerker aan op zijn kracht en zal hij meer gemotiveerd zijn om zijn uitdaging verder te ontwikkelen.
VOORBEELD
Leidinggevende tegen medewerkers: “Veerle, ik merk op dat je zeer spontaan bent, met iedereen een praatje slaat, tijdens vergaderingen geef je vlot je mening zoals deze morgen in het werkoverleg. Ik vind dit een heel mooie kwaliteit. Ook onze klanten appreciëren dit erg in jou.
Op sommige momenten vind ik dat je iets te spontaan en daardoor impulsief (valkuil) overkomt, waardoor je soms dingen zegt die je misschien beter niet zou gezegd hebben zoals bijv. je opmerking deze morgen tegen Marjan. Ik zou je willen adviseren om ook af en toe tot tien te tellen en iets meer na te denken over hoe je de dingen formuleert. Als je je spontaniteit combineert met bedachtzaamheid (uitdaging), ga je minder in je valkuil, nl. impulsiviteit, terechtkomen.
Veerle heeft echter schrik dat ze haar spontaniteit zal verliezen, als ze teveel gaat nadenken over hoe ze de dingen moet formuleren. Ze heeft weerstand om voor deze doelstelling te gaan. Belangrijk is Veerle uit te leggen dat het niet gaat over of spontaan zijn of bedachtzaam zijn maar een combinatie van de twee, nl. bedachtzame spontaniteit.