Subjectief welzijn wordt vaak als een basisindicator genomen voor mentaal welzijn. We kunnen het subjectieve welzijn omschrijven als iemand zijn locatie (op een dimensie) relatief aan 2 dimensies:
- Lage Arousal – hoge arousal (verticaal: van onder naar boven )
- Displeasure - pleasure (horizontaal: van links naar rechts)
We kunnen 3 uitersten onderscheiden:
- displeasure – pleasure (horizontaal: van links naar rechts)
- anxiety – comfort (diagonaal: linksboven naar rechtsonder)
- depression – enthusiasm (diagonaal: linksonder naar rechtsboven)
Als wordt gekeken naar subjectief welzijn is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen verschillende niveaus van abstractheid. Als we kijken naar subjectief welzijn in het algemeen noemen we het context-free. Wanneer we in relatie tot werk kijken naar subjectief welzijn (domain specific) noemen we het job related subjectief welzijn.