Ze bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders samen met het hoofd van de Europese Commissie en is 6-maandelijks. Ze doet uitspraken over problemen die niet in de Raad van de EU kon geregeld worden en ze legt de algemene politieke beleidslijnen vast.
De Raad bestaat uit leden van de nationale regeringen van de lidstaten. Het zijn geen vaste leden en hij zetelt niet permanent. Naar gelang het te behandelen probleem stuurt de lidstaat zijn bevoegde minister.
De Raad coördineert onder meer het beleid van de nationale regeringen en het Europees beleid. De Raad kan enkel op voorstel van de Commissie, diverse soorten Europese regelen uitvaardigen.
Elk land heeft een aantal stemmen (3 tot 29).
in sommige gevallen is unanimiteit nodig, dan weer gekwalificeerde meerderheid (232/321 of soms2/3) . Het algemeen beginsel is de volstrekte meerderheid (13 van de 25 lidstaten).
De vergaderingen worden meestal voorbereid door permanente vertegenwoordigers. Deze nemen meestal zelf besluiten en dan moet enkel de Raad deze bekrachtigen.
Men heeft verschillende besluitvormingsprocedures namelijk:
-adviesrecht:
het recht om over verschillende aangelegenheden een opinie te uiten. Andere instellingen mogen hier rekening mee houden.
-consultatieverplichting:
de Raad moet in een aantal gevallen het Parlement raadplegen. De raad moet dus het advies afwachten van het Parlement(verplicht).
-instemming vereist:
voor een aantal gevallen is de instemming v/h parlement vereist alvorens een besluit kan genomen worden of rechtskracht verwerft.
-medebeslissing:
een procedure waarin Raad en Parlement samen een beslissing nemen. Als een van beide niet akkoord gaat is de beslissing niet mogelijk.
-Europees Parlement
-Raad van de Europese Unie
-Europese Raad
-Europese Commissie
