Menu

Onderarm & hand

Spieren

Ventrale oppervlakkige spieren (vast vaan mediale epicondyl, van ulnair naar mediaal):
- m. flexor carpi ulnaris
- m. flexor digitorum superficialis (vooral onder de andere spieren)
- m. pronator teres
- m. palmaris longus
- m. flexor carpi radialis

Ventrale diepe spieren
- m. flexor digitorum profundus (over ulna)
- m. pronator quadratus (tussen ulna en radius)
- m. flexor pollicis longus (mediaal aan radius)

Dorsale spieren (van ulnair naar radiaal):
- m. extensor carpi ulnaris
- m. extensor digiti minimi
- m. extensor digitorum
- m. extensor pollicis brevis
- m. extensor pollicis longus
- m. extensor carpi radialis

Lees meer...

Schouder & bovenarm

Palpabele punten: Clavicula, articulatio acromioclavicularis, acromion, spina scapulae, angulus inferior scapula, processus corroideus, humerus, epicondylus lateralis, epicondylus medialis, olecranon, caput radii, radius, ulna.

Oppervlakkige venen: v. cephalica (lateraal), v. basilica (mediaal), v. mediana cubiti (ventraal onder elleboog).

Huidzenuwen: n. cutaneus brachii medialis, n. cutaneus brachii posterior, n. cutaneus antebrachii medialis, n. cutaneus antebrachii lateralis.

Arteriën: a. subclavia, a. axillaris, a. thoracoacromialis, a. thoracica lateralis, a. subscapularis, a. circumflexa humeri (posterior, anterior), a. brachialis, a. profunda brachii.

Zenuwen

Supraclaviculaire takken van plexus brachialis:
- n. dorsalis scapulae
- n. thoracicus longus
- n. subclavius

Infraclaviculaire takken van plexus brachialis
- n. pectoralis lateralis
- n. musculocuteus
- n. medianus (deels)
- n. pectoralis medialis
- n. cutaneus brachii medialis (sens. bovenarm mediaal)
- n. cutaneus antebrachii medialis (sens. halve bovenarm en onderarm mediaal)
- n. ulnaris
- n. medianus (deels)
- n. thoracodorsalis
- n. subscapularis
- n. axillaris
- n. radialis

Spieren

Rompspieren:
- m. trapezius
- m. lattisimus dorsi
- m. serratus anterior
- m. pectoralis major
- m. pectroalis minor

Bovenarmspieren:
- m. teres major
- m. deltoideus
- m. coracobrachialis
- m. biceps brachii
- m. brachialis
- m. triceps brachii

Lees meer...

Plexus brachialis

De plexus brachialis bestaat officieel uit twee delen, een supra- en infraclaviculair deel. Het supraclaviculaire deel innerveert de schoudergordelspieren en wordt niet tot de ‘echte’ plexus gerekend. De wortels C5 tot en met T1 doen mee in de plexus.

Eerst fuseren er wortels, er is truncusvorming. Daarna splitsen ze weer, komen samen en dat heet een fasciculus. Daarna gaan ze weer uit elkaar en ontstaan de perifere zenuwen.

Uit de drie trunci komen de zenuwen uit de dorsale divisies samen in de fasciculus posterior. Deze zenuwen (n. axillaris en n. radialis) innerveren dorsaal gelegen spieren. De zenuwen uit de ventrale divisies komen samen in de fasciluli medialis en lateralis. Deze splitsen in de n. ulnaris, n. medialis en n. musculocutaneus. De fasciculi medialis en lateralis en hun uitlopers vormen een M (in bovenarm) en is daar in vito goed aan te herkennen.

Lees meer...

Plexusvorming

Plexusvorming is de hergroepering van de perifere zenuwen. Er zijn drie plexussen: plexus cervicalis, plexus brachialis en plexus lumbosacralis. Tussen het cervicale ne lumbale gebied is plexusvorming niet mogelijk door de ribben.

Door de plexusvorming zijn de innervatiegebieden van de huid niet gelijk aan de dermatomen.

Lees meer...

Neoplasma

Spinale metastases: door de goede doorbloeding en centrale ligging komen metastases in de wervelkolom enorm veel voor. 70% van alle kankerpatiënten heeft metastases, 40% heeft metastases in de wervelkolom. De metastases kunnen fracturen en dwarslaesies veroorzaken.

Multiple myeloma = m. Kahler: primaire tumoren in het beenmerg. In wervels zit veel beenmerg.

Lees meer...

Infecties

De wervelkolom is kwetsbaar door de doorbloeding, die overal erg goed is behalve in de disci vertebrales. De goede doorbloeding brengt bacteriën mee en veel zuurstof. Maar de slecht doorbloedde disci vertebrales zijn lastig te bereiken voor de leukocyten.

Tuberculosis: TBC heeft veel zuurstof nodig, de wervellichamen worden zeer goed doorbloed en zijn daarom een lievelingsplek voor de bacteriën.

Pyogenen: houden niet van zuurstof dus zitten rond/in de disci vertebrales.

Lees meer...

Degeneratieve aandoeningen

Hernia nuclei pulposi: de discus intervertebralis kan goed tegen compressiekracht maar niet tegen schuifkracht. Daardoor kan de annulus fibrosus scheuren en dan wordt de nucleus pulpus eruit geduwd. Dit drukt op een radix en kan zo pijnklachten geven en neurologische uitval veroorzaken. HNP is de meest voorkomende oorzaak van lumbosacraal radiculair syndroom en komt het meest voor in de leeftijd 30-55 jaar.

Degeneratieve spondylosithesis: de tussenwervelschijf kan ook heel langzaam kapot gaan, dit kan zorgen voor artrose in de facetgewrichten Hierdoor ontstaat er een instabiele situatie waardoor een wervel naar voren kan verschuiven.

Spinale stenose: in gewrichten is er overal een mate van slijtage, het lichaam reageert hierop door een structuur ‘stijf’ te maken. Dit kan in de wervelkolom echter voor een vernauwing van het wervelkanaal zorgen

Osteoporotische vertebrale fractuur: vrouw van 50 jaar heeft een life time risk van 50% op is osteoporotische fractuur. Osteoporose is ontkalking van botten, dit geeft veranderingen in de micro-architectuur en dit maakt het bot onstevig. De fracturen geven inzakking van de rug en een versterkte lordose van de cervicale wervels (schildpad-hoofd).

Ankylosing spondylitis = m. Bechterew: inflammatoire, reumatische aandoening met ankylose (het aan elkaar groeien twee botdelen). Bij Bechterew zijn er eerst voortekenen als gonartritis en rugpijn. De SI-gewrichten en wervels raken ontstoken en daarop volgt ankylose. Kenmerkend voor Bechterew: nachtelijke pijn, ochtendstijfheid, bamboo-spine, vooral mannen. 90% van de patiënten heeft het HLA B27-gen, dit gen wordt ook veel gevonden bij andere chronische, inflammatoire ziekten.

DISH = diffuse idiopathic skeletal hyperostosis: welvaartsziekte, vroeger kloosterverkalking genoemd. Er is spontane verstarring (ossificatie) van de ligamenten.

Lees meer...

Ontwikkelingsstoornissen

Tijdens de verschillende fases van opgroeien (opgerold in uterus, kruipen, lopen) ontstaan de cervicale en lumbale lordoses.

Scoliose: is een afwijking waarbij wervels om hun as draaien en daardoor ontstaat er in frontaal

vlak ook een s-bocht. De loodlijn uit de nek komt daardoor niet netjes in het midden van het bekken. Als iemand met scoliose naar voren buigt is er dorsaal aan de kant van de thoracale bocht een gibbus (bochel) te zien.

M. Scheuermann: onregelmatige groei van de thoracale wervellichamen veroorzaak een wigvorm, waardoor er een kyfose ontstaat. Bij een versterkte kyfose is er een knik in het sagitale vlak.

Hierdoor kan ook een gibbus ontstaan.

Spondylolysis: stressbreuk van een wervel, de stress wordt veroorzaakt door schuifkrachten.

Spondylolisthesis: verschuiving van een wervel. Op jonge leeftijd is dit vaak L5 die samen met bovenliggende wervels verzakt t.o.v. het sacrum. Hierdoor zakt de wervelkolom in het bekken.

Lees meer...

Congenitale afwijkingen

Spina bifida: bij een spina bifida sluiten de wervelbogen op een bepaalde hoogte niet goed. De durazak puilt dan naar buiten, dit is erg gevaarlijk voor het myelum. Soms is de durazak nog wel overgroeid met behaarde huid. Een SB wordt tegenwoordig veel voorkomen door het slikken van foliumzuur tijdens de zwangerschap en bij vroegtijdig vaststellen selectieve abortus.

Congenitale deformaties: verschillende syndromen waarbij wervels verkeerd worden aangelegd.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen