ze verhogen opwinding, alertheid, stemming, verlagen vermoeidheid en, soms, verhogen motor-activiteit en verhogen de activiteit van dopamine receptoren. Dopamine verlaagt de hersenactiviteit als er meer vrijkomt uit dopamine-synapsen. Dit is mogelijk ‘fijn’ omdat de hersenruis vermindert.
en Peter Milner lieten muizen de nucleus accumbus, een gebied met veel dopamine receptoren, stimuleren (zelf-stimulatie). Daarbij bleek dopamine vrij te komen. De nucleus accumbus is waarschijnlijk van belang voor het bepalen van de aandacht die iets krijgt – geen genotscentrum (zoals gedacht).
voornamelijk natriumoxide.
en categorie
niet-zure transmitters met een amine groep (NH2)
met een N(CH3)3 groep ipv NH2
kettingen van aminozuren (polypeptiden en proteinen vallen hieronder)
met een NH2 groep
zijn transmitters die niet pere van terminals komen. Ze verspreiden zich door het gebied en reageren op andere neuronen die afgestemd zijn. Neuromodulators inhibiren of exhibiberen de cel niet zelf. Ze beinvloeden de werking van andere transmitters of receptoren door zich te binden aan synapsen aan de presynaptische terminal of gebruiken 2nd messengers die ook DNA kunnen selectedren.
configureert de transmitter de receptor om een G-Proteine te produceren die de concentratie van een 2nd messenger in de neuron verhoogt. Deze voeren binnenin wijzigingen uit. Deze reactie is langzamer (30ms) maar beinvloedt de gehele neuron.
worden direct poortjes voor ionen geopend. Deze reactie is heel snel (10 ms), maar duurt ook heel kort (20 ms) en beinvloedt een klein gedeelte van de neuron en is daardoor geschikt voor neuronen die snel reageren.
combineren twee neuronen (verspreid over lichaam) de neurotransmittervrijgave om de tresshold van een gezamelijke postsynaptische neuron te overschrijden.
Opent potassium poorten verder
Blokkeert sodium poortjes
