verschuivingen van vraag en aanbod
- Gepubliceerd in Economie
- Reageer als eerste!
Veranderingen in de andere verklarende variabelen (behalve de prijs) leiden tot een verschuiving van vraag en aanbod.
Er is geen ceteris paribus veronderstelling meer.
Veranderingen in de andere verklarende variabelen (behalve de prijs) leiden tot een verschuiving van vraag en aanbod.
Er is geen ceteris paribus veronderstelling meer.
lezen in boek. Analoog met vorige.
De prijselasticiteit van de vraag is altijd negatief of 0.
p kleine wijziging in p
grote wijziging in q
heel elastisch (grote rico)
v
q
p grote wijziging in p
kleine wijziging in q
inelastisch (kleine rico)
q
v
Voor zeer kleine wijzigingen in de prijs wordt de prijselasticiteit gelijk aan:
= rico van de vraagcurve
Zie figuur p 81!!!
Bij een elastische vraag: prijsstijging leidt tot een daling van de inkomsten
Bij een inelastische vraag: prijsstijging leidt tot een stijging van de inkomsten
Zie figuur p 83!!!
Perfect inelastisch: er is geen reactie van de gevraagde hoeveelheid op prijsveranderingen
Q blijft constant
Perfect elastisch: er is een oneindig grote reactie van de gevraagde hoeveelheid op
prijsveranderingen.
P is de constante
Factoren die de elasticiteit bepalen:
De prijselasticiteit neemt over het algemeen toe in absolute waarde naarmate:
- er meer vervangproducten zijn
- de vraag een minder dringend karakter heeft
- het aandeel van het beschouwde goed in het budget groter wordt
- de beschouwde tijdsperiode langer wordt
De mate waarin de gevraagde en de aangeboden hoeveelheden reageren op prijsveranderingen is van groot praktisch belang.
Dit wordt gemeten door het vergelijken van relatieve prijs- en hoeveelheidsveranderingen.
Het concept dat de relatieve verandering in de gevraagde of aangeboden hoeveelheid relateert aan de relatieve prijsstijging, is de prijselasticiteit.
Bij de meeste prijzen is de gevraagde hoeveelheid niet gelijk aan de aangeboden hoeveelheid.
Bij vrije prijsvorming zal die prijs dan ook de neiging hebben om te veranderen.
Bij een vraagoverschot zal de prijs stijgen.
Bij een aanbodoverschot zal de prijs dalen.
Als de vraag gelijk is aan het aanbod is er evenwicht.
Zeer vaak wordt de evenwichtsprijs niet gerealiseerd.
Dit kan komen doordat de gevraagde of aangeboden hoeveelheden niet snel en vrij kunnen variëren.
Ook het veelvuldig verschuiven van de vraag- en aanbodsfuncties, of de terughoudendheid van de verkopers om hun prijs vaak en drastisch te wijzigen, kunnen ervoor zorgen dat de evenwichtsprijs niet tot stand komt.
Er zijn 3 manieren waarop de evenwichtsprijs kan worden berekend:
- Trial and error: dit heeft veel weg van de praktijk van de veilingmeester die een willekeurige prijs afkondigt, vaststelt of er een vraag- dan we aanbodoverschot is, en dan de prijs aanpast in de gewenste richting.
dit komt voor als de vraag- en aanbodsrelaties niet gekend zijn.
- Grafisch komt het evenwicht overeen met het snijpunt van de vraag- en aanbodrechte.
- Algebraïsch qV = qA
de evenwichtsprijs is die prijs waarbij de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid, die beide afhangen van de prijs, aan elkaar gelijk worden.
Algemene aanbodsfunctie:
Pk en Pl = de prijs van de inputs om het goed te produceren
T = belasting
Partiële aanbodsfunctie:
Grafiek:
p
- Inverse aanbodsfunctie
q
algebraïsche weergave: zie boek p 73!!!