Thermoregulatie
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Reageer als eerste!
Bij inspanning loopt de kerntemperatuur op. Er is een bepaalde warmtebelasting, die afhankelijke is van de soort beweging (rendement), intensiteit, omgevingstemperatuur en mogelijkheid om warmte af te geven. De warmteproductie zelf wordt niet beïnvloed door getraindheid, warmtebelasting wél (getrainden beter warmte afvoeren).
Er moet warmte worden afgegeven en bij inspanning speel transpiratie een belangrijke rol. Aan het begin van een inspanning is er constrictie van de huidvaten door actieve α1-adrenoceptoren. Dit is nadelig voor de afgifte van warmte. De temperatuur loopt op en dan worden de zweetklieren geselectederd door het OS met acetylcholine. Acetylcholine zorgt ook voor dilatatie van de vaten en daarnaast wordt α1 geremd. Nu is er een verbeterde warmte-afgifte.
Door te trainen wordt warmte makkelijker afgegeven, want:
– sensitiviteit van zweetklieren gaat omhoog
– hypertrofie van zweetklieren
– ECV