Menu

Gemeenschapscommissies opgericht

  • Er worden 3 gemeenschapscommissies opgericht.
  • Vlaamse gemeenschapscommissie of cocon
    • vergadering = 17 leden van de Nederlandste taalgroep van het Brusselse parlement
    • college = Nederlandse leden van de Brusselse regering (2) + de staatssecretarissen van de Nederlandse taalgroep (1)
  • Franse Gemeenschapscommissie of cocof:
    • Vergadering: 72 leden van de Franstalige taalgroep van het brusselse parlemet
    • college: Franstalige leden van de Brusselse regering (2 + 1 (minister-president)) + 2 Franstalige staatssecretarissen
  • Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of cococ:
    • Vergadering: 89 leden – volledige Brusselse parlement
    • College: leden van de Brusselse regering. Voorzitter van de regering zit het college voor, maar heeft enkel een raadgevende stem!

Lees meer...

Agglomeratie-organen

Deze zijn behouden. Men had even goed deze bevoegdheden kunnen afstaan aan gewestorganen. Maar het wordt dus behouden, er is een agglomeratieraad en een agglomeratiecollege. Het parlement wordt de agglomeratieraad: 89 leden. Het agglomeratiecollege zijn de leden van de regering. Men geeft dus de bevoegdheden eigenlijk toch aan dezelfde organen, maar men schaft ze wel niet af, wat raar is. Ordonnanties door gewestelijke organen en administratieve besluiten door agglomeratie (?).

Waarom dan niet gewoon laten vallen? Door artikel 39. Dit artikel zegt ‘wij creëren gewesten’, maar de uitwerking ervan laten we over aan een bijzondere meerderheidswet, aan de bijzondere wetgever (welke bevoegdheden, hoe instellingen eruit zien).
Wel 2 voorwaarden: leden verkozen + er mag in geen geval communautaire bevoegdheid gegeven worden aan gewest. Ondertussen houdt men hier (communautaire bevoegdheden) al lang geen rekening meer door artikel 138.

Vroeger wou men wel nog rekening houden met artikel 39 (en dus geen communautaire bevoegdheden). Men heeft dit dan opgelost door de communautaire bevoegdheden over te dragen naar de agglomeratie-organen in plaats van de gewestorganen. Dit is dus de reden waarom het agglomeratieniveau behouden bleef.

Lees meer...

Gewestorganen regering

De gewestelijke bevoegdheden worden overgedragen aan de gewestorganen.
Parlement: 89 leden die rechtstreeks verkozen worden. (begin jaren 2000 van 72 naar 89). 17 Nederlandstaligen en 72 Franstaligen: staat vast. Vroeger stond dit niet vast. Het cijfer Nederlandstaligen zou dalen en men was bang dat men de Nederlandstaligen in Brussel niet meer zouden kunnen representeren. Dit is discussie geweest: Fransen akkoord voor een vast aantal Nederlandstaligen als aantal parlementsleden ook stegen naar 89 (behouden dan meerderheid).

Regering Brussel: 2 Nl en 2 Fr + 1 Minister-president: is altijd Franstalig

3 Staatssecretarissen. Je hebt normaal nooit staatssecretarissen op gewestelijk niveau, behalve in Brussel. Waarom? Omdat er een oververtegenwoordiging is van Vlamingen in de regering  dus staatssecretarissen.

Samenstelling: zie powerpoint: Picqué, Vanhengel, Grouwels, Huytebroeck, Fremault.
Staatssecretarissen hebben geen zelfstandige portefeuille en maken ook geen deel uit van regering: ze worden toegevoegd aan de ministers. Ze krijgen dus een deel van autonomie, doordat minister deel van bevoegdheid overhevelt, maar alles blijft finale verantwoordelijkheid van minister.

Lees meer...

Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegdheden

Wie oefende er bevoegdheden uit voor 1989?
In 1988-1989 is Brussel een gewest geworden.
Wat bestond er in Brussel voor het een gewest werd?
Brussel was verdeeld in 19 gemeenten. Het federale niveau oefenden daar de gewestelijke bevoegdheden uit.

Gemeenschap is een mix van persoonsgebonden en territoriale eenheid. Dus Vlaamse gemeenschap is bevoegd voor gemeenschapsbevoegdheden in Brussel: voor de Nederlandstalige gemeenschap in Brussel. Maar men wil geen opdeling van de bevolking in Brussel, dus Vlaanderen kan enkel decretaal optreden zover het over instellingen gaat en niet als het over personen gaat. Vlaanderen dus enkel bevoegd voor unicommunautaire instellingen in Brussel.

Sociale zorginstelling  (voor oudere hulpbehoevende Vlamingen) Vlaanderen kan dit niet realiseren in Brussel. Behalve als ze dat doen via het creëren van instellingen. Bijvoorbeeld door zorgkas te creëren. Een ander voorbeeld: theaterinstellingen in Brussel worden bijvoorbeeld geregeld door Vlaanderen (klopt ook, want het is dan Nederlandstalig theater).

Agglomeratie (artikel 165 GW)
in Brussel had men een agglomeratie van gemeenten.
Men had veel gemeenten (19), men vond dat te veel van het goede: daarom mogelijkheid geven aan gemeenten om samen te werken = agglomeratie. Ondertussen is dit wel verdwenen, omdat men eind de jaren 70 een groot aantal fusies heeft gedaan.
Dit ging dan bijvoorbeeld om ophalen vuilnis, brandweer enz: dat doen de gemeenten gemeenschappelijk.

De federale overheid was bevoegd voor federale aangelegenheden, voor gewestelijke aangelegenheden in Brussel en voor residuaire bevoegdheden (??). Bijvoorbeeld de bicommunautaire instellingen zijn nog in handen van het federale niveau (tweetalig).

Wat verandert er na 1989?

Brussel is een gewest geworden. De gewestelijke bevoegdheden komen nu in handen van de gewestelijke organen.

Het provinciale niveau verdwijnt ook. Brussel is onttrokken aan provinciale indeling.

Brussel zou beter zelf de persoonsgebonden taken doen (niet culturele, blijft federaal). De vraag is dan aan welke instellingen men dit zal overdragen?
Men wou dit eerst overdragen aan de gewestinstellingen. Men heeft dan de communautaire bevoegdheid die federaal was, overgeheveld aan gewestinstellingen die men gesplitst heeft in gemeenschapscommissies.

Lees meer...

Federale ministers en vice-ministers

Er is momenteel een rel tussen Kris Peeters en Reynders om wille van buitenlandse zaken. Economie is een zaak van de gewesten, maar buitenlandse zaken zijn een federale aangelegenheid. Reynders is bezig met een soort van herfederalisering, en Kris Peeters is hiervoor naar de Raad van State getrokken.

Waarom hebben we nog een federale minister van economie als het een gewestelijke bevoegdheid is? Omdat er nogal veel uitzonderingen zijn. Er zijn geen homogene bevoegdheidspakketten.
Er is maar 1 materie waar het duidelijk is: onderwijs.

Vande Lanotte is ook de minister van de Noordzee.
Energiebeleid zit ook gespreid tussen federaal niveau en niveau van de gewesten. Als West-Vlaanderen bijvoorbeeld windmolens wil zetten is er een vergunning nodig door Vande Ldanotte.
Ander voorbeeld: Onkelinx is minister van volksgezondheid, terwijl bepaalde aspecten van gezondheid de bevoegdheid zijn van de gemeenschappen (persoonsgebonden).

Een deel van de 6de staatshervorming zou moeten zijn om homogene bevoegdheidspakketten te creëren, maar eigenlijk wordt het alleen nog maar complexer. Wat er nog ter discussie staat bij 6de staatshervorming is dat rusthuizen, long-care zorgen enz zou overgedragen worden naar de gemeenschappen. Er zou bij de 6de staatshervorming voor 17 miljard euro worden overgedragen (want financiering wordt tegelijk mee overgedragen). Soms gaat men wel maar een deel van de financiering overdragen.

Landbouw is overgedragen naar gewesten, maar is er is nog altijd een federale minister van landbouw.
Artikel 5 (bevoegdheden gemeenschappen) en 6 (bevoegdheden gewesten) grondig lezen!
Maar dus ook een aantal uitzonderingen bij landbouw ‘onverminderd …’

Men wil loopbaanonderbreking veranderen. Maar daarnaast wil men de loopbaanonderbreking, behalve voor de ambtenaren, overdragen. (?)

Mobiliteit is 1 van de grote discussies geweest met de 6de staatshervorming. Vlaanderen wou zelf snelheden op secundaire wegen bepalen. Minister van mobiliteit in Vlaanderen = Crevits
Gewesten zijn bijvoorbeeld bevoegd om flitspalen te zetten, om bepaalde wegen te beheren. Maar de boetes worden federaal geint.
Met de staatshervorming zou weer een deel overgaan naar gewesten: zelf snelheid bepalen (?)

Samenstelling Vlaamse regering
Zie powerpoint
Buitenlands beleid, mobiliteit, volksgezondheid, energie, komt allemaal terug.
Onderwijs is het enige waar bevoegdheidsverdeling duidelijk is: quasi alles is overgedragen.

Samenstelling Franse regering
7 ministers – zie powerpoint

Waalse regering
8 ministers – zie powerpoint
volksgezondheid staat hier (bij gewest dus). Normaal is dat een gemeenschapsbevoegdheid. In Vlaanderen is er geen probleem, want er is geen onderscheid meer tussen gemeenschap en gewest, maar Wallonië maakt wel nog een onderscheid.
Hoe kan dat? Franse gemeenschap kan bepaalde zaken overdragen aan Waalse gewest (artikel 138)

Duitstalige gemeenschap
Toerisme gebeurt niet door gemeenschap, is normaal voor gewest, maar artikel 139!

Lees meer...

De regeringen van de deelstaten

Immuniteit = je kan niet gestraft worden voor je mening in het uitoefenen van je functie.

De Vlaamse regering mag ten hoogste 11 leden tellen enzovoort, zie artikel zelf (art 63 BWHI) – zie hieronder

Maar in werkelijkheid is er een verschil. Want de parlementen kunnen zelf bij decreet het aantal leden wijzigen. Ze zijn dus een beperkte constituante. Normaal gezien kan dit niet: deelstaten hebben geen grondwettelijke bevoegdheden, dat zijn federale instrumenten. Het federale niveau beslist normaal hoe het grondwettelijk systeem voor de gemeenschappen en gewesten eruit ziet. Maar er is een uitzondering voor bepaalde zaken, bijvoorbeeld voor het kiessysteem. Zo heeft Vlaanderen kiesdistricten vergroot, en Wallonië niet.

Federale: max 15 nu 13 (paritair)
Vlaamse regering heeft er 10 (max 11) (minstens 1 moet zijn woonplaats in Brussel hebben)
Franse regering: max 8, nu 7 (minstens 1 uit Brussel)
Waalse regering: max 9, nu 8
Brusselse regering: 5
Duitse regering: minimum 3, nu 5

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen