Menu

Ministeriele besluiten = ongrondwettig?

MB zijn eigenlijk ongrondwettig, want worden niet vermeld in grondwet. Het gaat dus om een delegatie van macht. Regering draagt bevoegdheden over aan ministers, maar in GW is hier geen sprake van, dus strikt genomen, ongrondwettig. Maar men beschoudt dit als aanvaardbaar, als het om mineure zaken gaat, zoals besluiten met een individueel karakter gaat. (bv die case met blinde) Maar gaat het om MB met algemene draagweidte, wordt ook niet veel tegen opgetreden. Omdat de delegatie naar minister al in de wet zit.

Lees meer...

Opdrachtwetten

Opdrachtwetten: wetten die door het parlement worden gestemd, en het parlement die materie overdraagt aan de regering.

1. Gewone opdrachtwetten

2. Kaderwetten

3.Volmachtwetten: wetten waarbij het parlement, met een beslissing ter regelementering gaat overdragen naar de koning. Houdt verband met crisis, bv socioaaleconomisch of pensioenen. Impliceert een machtsverschuiving van het parlement naar regering. Dit alles met oog op crisis, na crisis verschuiven die bevoegdheden terug naar parlement. Volgens Raad Van State is dit ongrondwettig. (in strijd met artikel 105) Raad vans State stelt enkele voorwoorden:

  • Residuair
  • Tijdelijk

Bv Dheane, bij het binnenlooden van belgie in de EU, toen heeft dhaene geregeerd met volmachtswettten. En op basis van die wetten zijn besluiten genomen, de volmachtsbesluiten.

Omdat in crisistijd snel moet ingegrepen worden, is het beter dat regering de acties neemt omdat die sneller kan ingrijpen. Vandaar volmachtswetten, zodat de regering in crisis snel kan ingrijpen.

! Controle valt weg  macht van de koning (regering) neemt toe.

Lees meer...

ART 159

Raad Van State is opgericht in 1946. Tot dan enkel 1 vorm van controle, ART 159, controle door rechterlijke macht.

VB uit 1924 : koninklijk besluit dat wet geeft aan de uitvoering van een wet uit 1856. De wet zegt’ we houden regelmatig verkiezingen, en verdeeld in de kamer over districten. (vandag de zetels verspreid over de provincie, hangt af van de bevolking) Maar bevolking evolueert, dus volkstelingen dus in functie van kiesdisricten. Evolutie van bevolking in het oog houden. Koning regelt de volksteling. Daarop neemt koning een besluit, om de 10jaar volkstelling, en van huis tot huis te gaan. Om dit makkelijker te maken, moet iedereen een identitieitskaart hebben en die ook altijd bij zich hebben.

Op een dag, enkele jaren later,word man aangehouden, maar heeft geen identitieitskaart niet bij. Krijgt een boete, maar weigert die boete te betalen . Komt voor de politierechtbank en het openbaar ministerie dat de politie vertegenwoordigt, stelt dat man KB heeft overtreden, en wou boete niet betalen. Maar advocaat van man, geeft KB gelijk, maar hij vind dat het koninklijk besluit zijn boekje te buiten gaat; Het is niet omdat koning over volkstelling vernatwoordelijk is, dat hij iedereen tot identitieitskaart kan verplichten. En rechter vind ook dat dat KB zijn boekje te buiten gaat. Het Openbaar Ministerie gaat in beroep, bij de correctionele kamer bij de rechtbank van eerste aanleg. Ook daar heeft men man gelijk, dat KB art 108 en het legalitieitsbeginsel schendt. Openbaar Ministerie gaat naar cassatie, cassatie gaat alleen na of de wet juist is toegepast en geinterpreteerd. Hof van Cassatie geeft het Openbaar Ministerie gelijk, verplichting identiteitskaart is logisch ivm volkstelling. Cassatie vind KB ok. Cassatie verwijst zaak naar nieuwe rechter, een andere correctionele rechtbank dus. Die correctionele rechtbank, geeft echter toch de man gelijk. Dus ook een tweede cassatie wordt aangevraagd.Cassatie komt in verengde kamers samen. En in dit geval zegt cassatie dat KB, ok is en niet in strijd met gelijkheidswet.

Dus tot 1948 was de controle op de administratie in handen van gewone rechters, gewone rechters stonden in voor het oplossen van conflicten tussen burgers en burgers en burgers en administratie. 2 manieren om administratie te controleren 1. Gewone rechtbank of 2. Administratief rechtscollege. Maar dit werkte niet goed, over het algemeen durfden de rechtbanken niet voluit gaan. Er was schroom bij rechters om administratie te controleren, durfden dat niet altijd goed. Maar dan heeft men na de oorlog de Raad van state opgericht, ART 159 is niet geschrapt, daarmee dat belgie een dubbel systeem heeft. Bij raad van state kan je de nietigheid aanvallen. Iedereen kan dat doen, je moet er wel belang bij hebben; bv Belastingswet, we betalen allemaal belastingen. Dan kan je bij RVSTATE gaan om dat Kb nietig verklaren. Beroep tot nietigverklaring, maar 2 maanden tijd om beroep aan te tekenen. Na die 2 maand kan je enkel nog terugvallen op art 159

In 1991 heeft de wetgever beslist de verplichting om identiteistkaart te hebben wettelijk te verankeren. Zo beinvloed rechterlijke macht de wetgevende macht.

Lees meer...

De administratieve besluiten

Ook hier speelt het hierarchisch principe ten volle. Maar een dubbel toetsingssysteem. De grondwet gaat voornamelijk over KB’s. Waarom? Vroeger waren er enkel KB’s. MB’s staan niet in de GW, dus in principe ongrondwettig. Alle overheidsinstanties,die kunnen beslissingen nemen die administratieve of overheidsbeslissingen zijn.

Men maakt verschil met KB met een individueel of algemeen karakter. (Een beslissing is een formele wet, en is altijd een beslissing genomen door wetgevende macht. ) Wet= benaming van een beslissing van de wetgevende macht. Maar Materiele wet = de idee dat een wet iets is, wat van toepassing is op iedereen.

Bv Wet op vervroegde vrijlating.

KB: zijn in de grodwet van belang ART 88 105 108 159

De koning heeft enkel toegewezen bevoegdheden, die hem door de GW toegewezen zijn (ART 88). Tot 1815 regeerde Willem de Eerste, en daarom wou men de macht van de koning beperken. Enkel bevoegdheden, die we willen dat hij doet.

Betekenis ART 108: Er zijn wetten, en leggen grote lijnen vast. Bv de wet op uitvoering op internering, Kim de Gelder; De vraag is of hij toerekeningsvatbaar is, is dat het geval dan krijgt hij een gevangenisstraf. En ook welke gevangenisstraf. In mei 2007 maakte men een nieuwe wet, omdat de nodige uitvoeringsbesluiten niet genomen zijn, wordt deze wet nog niet toegepast. Bv een wet die genomen is, maar niet uitgevoerd is omdat de nodige uitvoeringsbesluiten niet genomen zijn. Maar dit is niet wat ART 108 bedoeld. Het kader van de wet mag niet te buiten worden gegaan; er mag geen andere betekenis of draagweidte aan gegeven worden.

BV 40 art over vreemdelingenwet, die een partner buiten Belgie willen laten overkomen, maar daarbij moet aan bep voorwaarden worden voldaan. Eén van de voorwaarden is een stabiele relatie van min een jaar,maar wat een stabiele relatie is, wordt aan de uitvoerende macht overgelaten(met een koninklijk besluit. Er moet een uitvoeringsbesluit komen dat vorm krijgt van koninklijk besluit.

Bv een ‘nee, je mag je partner niet laten overkomen’, de man gaat naar de Raad voor Vreemdelingenbetwisiting, is een administratieve beslissing dus: de mogelijkheden zijn:

  • De nietigheid aanvragen bij de Raad Van State (alle admin besl. Maar binnen 2 maanden) Maar sinds 2006, zo veel aanvragen voor nietigheid, dat Raad van state het werk niet meer aankan, dus splitste men op in de raad van state, en de raad voor vreemdelingenzaken (die enkel voor individuele beslissingen)
  • · Toepassen van art 159 van de grondwet, de rechter combineert de 2 technieken: nietigheid en art 159

Legaliteits of wettigeheidsbeginsel: is een andere naam op hierarchie van rechtsnormen maar toegepast op KB of meer algemeen, administratieve besluiten.

Lees meer...

Zaak Lanaken

1991 zaak ivm een verdrag “Waar moeten buitenlanders die in belgie werken belastingen betalen? “ Basisovereenkomst: men betaalt belastingen i/h land waar men werkt, behalve voor grensarbeiders. Later werd een protocol toegevoegd, (een uitz op een uitzondering) , behalve grensarbeiders ook nederlanders die in Belgie wonen maar in Ned werken,betalen in Belgie belastingen

De gemeenste Lanaken wil belasting heffen voor die Ned, maar dit wordt geweigerd en ze gaan in tegen dat ministerieel besluit dat hen die belasting weigerd. Lanaken gaat naar de Raad van State en valt dit MB aan, omdat het strijdig is met een hogere norm, strijdig met gelijkheidsbeginsel. RVState is het eens, maar dat MB volgt enkel die wet, dat verdrag. Maar Raad Van State is niet bevoegd om wetten etc te toetsen. (Raad van state= MB+ KB) Raad van state gaat een prejudiciele vraag stellen aan het Arbitrage Hof of dat verdrag strijdig is met gelijkheidsbeginsel (Onderscheid tussen bevoegdheden RVState en Arbitrage Hof)

Het komt (met prejudiciele procedure) terecht bij het Arbitrage Hof. Terwijl AH niet bevoegd is verdragen te toetsen aan de grondwet. Als het Arbitrage Hof zich wil uitspreken, moet die kijken naar de inhoud van het verdrag. Daar is het Arbitrage Hof niet voor bevoegd, maar AH zegt dat ze bevoegd zijn voor alle wetten, decreten en ordonnanties. Dus ook al goedkeuringswetten. Dus AH keek naar het verdrag. Tot op vandaag blijft GW Hof dit toepassen.

Is een bep wet , het EU verdrag rechten van de mens of die niet strijdig is met GW, Raad Van State stelt deze vraag aan hat Arbitrage Hof. Prejudiciele vragen gaan enkel voor goedkeuringswetten van verdragen.

ART 893 + ART 26

Verzekeringen

Lees meer...

ART 74 en volgende

Is een artikel mbt hoe wetten tot stand komen (bicameraal/unicameraal)

Bv een wet komt tot stand volgens de bicamerale procedure, terwijl er eigenlijk een andere procedure moet gebruikt worden. Schema: zie notites

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen