Menu

België, de EU, de VS en Japan, 1975-2004

  • In bijna alle jaren was de groei van het reële BBP van België positief!

Behalve:

- 1975: er was een forse stijging van de petroleumprijs vanaf eind 1973.

- 1981 en 1993: de negatieve groeivoet maakte deel uit van de langere crisis.

In het algemeen blijkt dat de conjunctuur in België en Europa gelijke tred houden.

Wanneer we de groeivoeten van het reële BBP van de EU vergelijken met die van de VS en Japan zien we dat:

- De Japanse groeivoet voor 1991 meestal hoger was dan die van de EU en VS.

- Het laatste decennium presteert Japan opmerkelijk zwakker.

  • Zie figuur 15.1!!!
  • In België is de werkloosheid vroeger gestegen dan in de EU, maar vanaf eind de jaren ’80 ligt de werkloosheid in België lager dan het EU-gemiddelde.

Japan heeft een lagere werkloosheid dan de EU en de VS.

Tot 1983 lag de werkloosheid in de VS hoger dan in de EU. Sindsdien daalde de werkloosheid in de VS aanzienlijk.

In de EU bereikte de werkloosheid na 1970 steeds hogere niveaus.

De werkloosheid stijgt tijdens groeivertragingen en ze daalt bij groeiversnellingen.

  • Zie figuur 15.2!!!

  • De inflatie vormde een belangrijk macro-economisch probleem in de jaren ’70.

Veel economische inzichten en beleidswijzigingen hebben hun wortels in dit inflatiesysteem van de jaren ’70.

De laatste 2 decennia lijkt dit probleem onder controle.

Er is een correlatie zichtbaar met de conjunctuurcyclus.

De inflatie versnelde tijdens de hoogconjunctuur van einde van de jaren ’80.

De meeste jaren was de inflatie in België lager dan het EU-gemiddelde.

Sinds 1975 kent de EU een hogere inflatie dan de VS die een hogere inflatie hebben dan Japan.

Na 1995 is de inflatie in de EU en de VS gelijklopend en zijn de prijsstijgingen in Japan stilgevallen en zelfs omgeslagen in prijsdalingen.

  • Zie figuur 15.3!!!
  • De intrestvoeten op LT en KT vertonen een gelijkaardig patroon.

Er is een felle stijging van de intrestvoeten eind de jaren ’70 en eind de jaren ’80 (in mindere mate).

Sinds het begin van de jaren ’90 vertonen de intrestvoeten een dalende trend.

Als we België, Nederland en Duitsland vergelijken merken we een duidelijke convergentie van de intrestvoeten in de loop van de jaren ’90.

Sinds de invoering van de euro is er nog slechts een intrestvoet voor deze landen.

De convergentie deed zich niet voor tussen de intrestvoeten van de EU, de VS en Japan.

Ook al zijn de intrestvoeten in de EU en de VS aanzienlijk gedaald, bevinden ze zich nog ruim boven die van Japan.

De zeer lage intrestvoet wijst op de blijvende problemen in de groei van de Japanse economie.

  • Zie figuur 15.4 + 15.5

  • De laatste jaren kent België aanzienlijke overschotten op de lopende rekeningen van de betalingsbalans. Er is een groot contrast met de 2de helft van de jaren 70 toen de toestand van de Belgische economie erg verslechterde en de lopende rekening aanzienlijke tekorten vertoonde.

De devaluatie van de BEF in 1982 in combinatie met andere beleidsmaatregelen lag aan de basis van een verbetering van het saldo van de Belgische lopende rekeningen.

De som van de saldi van de lopende rekeningen van de EU-lidstaten is eerder beperkt van omvang.

De VS en Japan hebben een aanzienlijk saldo op hun lopende rekeningen.

Is de VS is het saldo sinds het begin van de jaren ’80 ruim negatief. Ze hebben een gigantisch tekort opgelopen, dit wordt echter gecompenseerd door een overschot op de kapitaalrekening.

Japan vertoont een positief saldo op zijn lopende rekeningen.

  • Zie figuur 15.6!!!

  • Voor 1975 waren de overheidstekorten in België groter dan het Europees gemiddelde, maar ze bleven beheersbaar.

Het duurde tot 1993 voor België aansluiting vond bij het Europees gemiddelde.

Sindsdien doet België het beter dan het gemiddelde in Europa en sinds 2000 slagen we erin een klein overschot op de begroting op te houden. In de rest van Europa zijn de overheidsfinanciën duidelijk verslechterd sinds 2001.

Dat België zijn best doet om de overheidstekorten onder controle te houden heeft alles temaken met de Belgische overheidsschuld die massaal gestegen was door de uit de hand gelopen tekorten van het begin van de jaren ’80. Sinds 1993 is er een duidelijke verbetering opgetreden, maar de overheidsschuld ligt nog steeds ruim boven het Europees gemiddelde.

De intrestbetalingen op de schuld slorpen nu een belangrijk deel van de overheidsinkomsten op.

Daarom vormt de overheidsschuld, naast de werkloosheid, het voornaamste blijvende probleem van de Belgische economie.

  • Zie figuur 15.7!!!
Lees meer...

België in 2003-2004: groepsfoto met de buren

  • In termen van koopkracht heeft België een hoger BBP per capita dan zijn buurlanden, behalve Duitsland en Luxemburg. Het is ook hoger dan dat van de eurozone.

Overigens is het BBP per capita van alle buurlanden van België hoger dan het gemiddelde van de EU en de eurozone.

Het BBP van het Verenigd Koninkrijk komt maar net boven het gemiddelde uit.

De VS en Japan zijn een stuk welvarender dan de EU.

  • In de VS en het UK is het armoedeprobleem veel groter dan in de EU
  • De werkgelegenheid in de EU is zwak! België kent een lagere werkloosheid dan de EU in haar geheel.

De werkloosheid is wel veel hoger dan in het UK, de VS of Japan.

  • Het samengaan van relatief lage werkloosheid en meer armoede wijst op de aanwezigheid van een aantal slecht betaalde banen.
  • De inflatie in België en buurlanden is vrij laag.

Het gemiddelde Europese inflatiepercentage benadert dat van de VS.

Opmerkelijk is het negatieve cijfer voor Japan dat een daling van het algemeen prijspeil kende.

  • De intrestvoet op KT was in België dezelfde als in de buutlanden die deel uitmaken van de Eurozone.

In het UK was de KT intrestvoet opmerkelijk hoger.

In Japan is de nominale intrestvoet ongeveer gelijk aan 0.

  • Negatieve inflatie leidt toch tot positieve intrestvoeten.

De verschillen tussen de LT intrestvoeten zijn kleiner.

  • Het bestaan van relaties met het buitenland meten we hier op basis van het saldo op lopende rekeningen van de betalingsbalans.

Voor België, Nederland en Luxemburg waren de saldi ruim positief.

Het UK vertoonde een klein tekort.

De VS hebben traditioneel een groot tekort.

Japan heeft sinds jaren overschot.

  • Op vlak van overheidsfinanciën is België het enige land met een klein overschot op de overheidsbegroting.

In de andere landen is er een tekort op de begroting dat te wijten is aan de groeivertraging.

De EU, de VS en Japan worden geconfronteerd met een belangrijk tekort!

De opstapeling van de tekorten in het verleden ligt aan de basis van de overheidsschuld.

Een belangrijk deel van de ontvangsten van de Belgische overheid gaat naar de intrestbetaling op die hoge overheidsschuld.

  • Zie tabel 15.1!!!
Lees meer...

Samenhang tussen de doelstellingen

Deze doelstellingen staan niet los van elkaar:

  • Werkloosheid kan worden opgevangen door een voldoende hoge economische groei
  • Inkomensverdeling wordt beïnvloed door groei, door inflatie en door overheidsuitgaven.
  • Economische groei kan worden gestimuleerd door een gunstige evolutie van de economische relaties met het buitenland.
    • talrijke verbanen tussen de diverse doelstellingen
Lees meer...

draagbaar overheidsdeficit

= overheidstekort

= totale overheidsuitgaven > totale inkomstenS

--> het overheidsdeficit blijft best beperkt aangezien de overheid haar tekorten moet financieren met leningen. Die slorpen middelen op, die anders beschikbaar zouden zijn voor investeringen. Bovendien doen leningen de overheidschuld toenemen waardoor de schuldverplichtingen van de overheid stijgen.

Het optimale overheidsdeficit is niet nul, maar het moet wel beheersbaar blijven!!!

Lees meer...

evenwichtige relatie met het buitenland

Opdat een land zijn invoer kan betalen en andere verplichtingen tov het buitenland kan nakomen, zoald de betalingen van bijdragen aan internationale organisaties en schuldverplichtingen, moet het beschikken over de nodige hoeveelheid buitenlandse deviezen

Deze buitenlandse deviezen worden o.a. verkregen door uitvoer van goederen en diensten + leningen uit buitenland

Bij een onvoldoende: het land moet zijn reserves van buitenlandse deviezen aanspreken

(! Slechts tijdelijke oplossing)

Als het onvoldoende blijft: de overheid moet een passende maatregelen treffen: import beperken of meer buitenlandse leningen aantrekken

een evenwichtige relatie met het buitenland = het beperken van de tekorten op de betalingsbalans in economische zin.

(in praktijk wordt die doelstelling soms afgezwakt tot het beperken van tekorten op de lopende rekening)

Lees meer...

een stabiele financiële sector

In een economie zijn er altijd actoren met overschotten (=hogere inkomsten dan uitgaven) en anderen met tekorten.

Het is belangrijk dat overschotten gekanaliseerd worden naar actoren met tekorten.

In dit proces speelt de financiële sector een belangrijke rol = financiële intermediatie

De financiële instellingen verzamelen spaarmiddelen en stellen die ter beschikking van gezinnen en ondernemingen met tekorten onder de vorm van leningen of andere schuldinstrumenten.

Voor de stabiliteit van de financiële sector is het belangrijk dat de schuldenaren of debiteuren hun schuldverplichtingen tov de financiële instellingen nakomen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen