Menu

Andere voorbeelden van dit anders denken:

Vb1. HYPOCRATES gaat meer analytisch naar geneeskunde kijken i.t.t. het zijn als krachten van de goden en het lot.

(“Eed van Hypocrates”= een waarde met uitzonderlijk respect voor het leven)

Vb2. ANAXAGORAS stelt dat de zon een grote vuurbal is (wereld) i.t.t. een goddelijk figuur dat men voorheen dacht (leefwereld)

Vb3. PARMENIDES:

“’Het zijn’ is alles!” “Het zijn is en kan niet ‘niet-zijn’!”

= ‘het worden’, dat wat we empirisch vaststellen , kan niet logisch worden gedacht, maar we kunnen enkel stellen dat het er is.

Vb4. HERACLITUS:

Was ook bezig met de vraag hoe alles nu juist in elkaar zit. Hij stelt:
1. De werkelijkheid is:

1) Eeuwig vervloeien/veranderen

Vb. Ik sta in een rivier en die is nooit hetzelfde want die beweegt.

2) Weerspannige harmonie (paradox)

Spanning is constitutief en nodig om samenleving draaiende te houden. De mogelijkheid om te winnen en te verliezen zorgt voor beweging.

Vb. De lier: boog + snaren staan voortdurend in spanning want als deze er niet is, dan is er ook geen muziek.

Vb. Man & vrouw: kunnen elkaar niet uitstaan maar kunnen ook niet zonder elkaar.

  1. Relatief

Vb. Water in de zee (zout) is voor een vis fantastisch maar voor ons vies.

2. Er is stabiliteit door de logos.

Men moet inzicht hebben in de wet van de verandering om zo stabiliteit te brengen in de samenleving, in het leven.

Lees meer...

Van mythologie tot filosofie

RELIGIE FILOSOFIE WIJSHEID

MYTHOLOGIE (Startpunt: -700, -600)

Proces van de verwondering

Voor -700:

In HOMERISCHE CULTUUR is er een MYTHOLOGISCHE VERKLARING

voor het ontstaan van de wereld. (zoals ons religieus scheppingsverhaal)

=> legendarische verhalen die voor de gemeenschap een soort van collectief geheugen vormden en mensen een plaats geven in de wereld. Ze gaan over:

- het ontstaan van de orde in de samenleving en het roemen van zij die er voor zorgden.

- beschrijven en de helden, die sterk menselijk zijn qua karakter,

voorbeeld:

GAIA(aarde)

OERANOS(hemel) PONTOS(zee)

TITANEN (vb. Chronos)

Gaia en Oeranos maken samen kindjes elkaar en die kindjes zijn de Titanen.

Die komen in opstand tegen Oeranos zodat ze de macht kunnen hebben.
Om deze te kunnen te behouden eten de Titanen ook al hun kinderen op.
Maar 1 wordt er echter verstopt, Zeus, en die zal in opstand komen tegen de Titanen samen met de Giganten. Zij overwinnen en worden de Goden van Olympos en zorgen voor orde in de samenleving.

Wat wij dus als mythologie zien is voor de Grieken vaak religie want zij zien Zeus als hun god. Bij religie gaan we ons niets afvragen, we lopen gewoon mee en gaan bijvoorbeeld elke zondag naar de mis. We staan niet stil bij het waarom én hoe van de dingen?

Vanaf -700:

Start van verwondering: Kan dat wel allemaal?

- We gaan een stapje terug zetten en doen niet zomaar alles meer na en lopen niet zomaar gewoon mee. Sommige dingen houden namelijk geen steek. (Wij mensen hebben mensengoden, maar hebben leeuwen dan leeuwengoden en koeien dan koeiengoden?)

= moment van kritiek/ niet-aanvaarden van religie/mythologie

=> RELIGIE EN MYTHOLIGIE zijn dus GEEN VRIENDEN met FILOSOFIE!

Filosofie (wel interactie) doorbreekt de hegemonie van religie (geen interactie) & mythologie waardoor het ontstaan van de wetenschap mogelijk werd. Filosofie is de BASIS voor ONTWIKKELING VAN DE WETENSCHAP.

In Griekse cultuur begint een soort van wetenschappelijke ingesteldheid en ontstaat het LOGOCENTRISME (het redeneren/denken staat centraal)

Vb. In Klein-Azië heerst er sfeer waar kritisch denken kon.

  • THALES VAN MILETE (624-545 v Christus)
  • ANAXIMANDON
  • ANAXIMENES

Thales woonde daar ook en had er veel contacten. Deze mensen waren relatief onafhankelijk via de zee en dat was dus de perfecte plaats die mogelijkheid gaf om vrij te denken.

Thales slaagt er in een zonsverduistering te voorspellen. Hierdoor snapt men dat andere manier van denken grote impact kan hebben. (Thales weerspiegelt ook basisbeeld van de filosoof: wereldvreemd & raar)

In zijn school in Milete: verklaringsschema’s treffen geen bovennatuurlijke wezens meer aan, maar gaan uit van de 4 fundamentele elementen: Water, vuur, aarde, lucht!

- Zij starten met denken hoe de wereld ineen zit en gaan niet meer klakkeloos herhalen.

Lees meer...

Wat is wijsbegeerte en hoe is zij ontstaan?

A. Het filosofische genre

* Wat is wijsbegeerte?

- een ondervragende, kritische activiteit die enkel alleen voorlopige antwoorden bevat en steeds nieuwe vragen opwerpt.

* Mensen willen de werkelijkheid kennen door de wetenschap en ze willen de natuur beheersen door de techniek.

- Filosofen stellen: Hij moet ook weten wat zijn bestaan zin is.

Zinvol zijn activiteiten die een risico impliceren. Als de mogelijkheid van dat risico/ verlies verdwijnt, dreigt er onverschilligheid

Vb. Als je erkenning afkoopt, is het geen erkenning meer. Wij verlangen naar erkenning die je spontaan krijgt

* Wereld versus leefwereld:

  • Wereld is objectief, dingen zijn vervangbaar, verdingelijkt, vanaop bepaalde afstand (wetenschap)

Vb. een slachtdier (een nummertje in de rij van zovelen)

  • Leefwereld is subjectief, vermenselijkt, betrokken (filosofie).

en gegroeid uit de cultuur

Vb. een huisdier/disneydier (heeft symbolische waarde en verlies kan als pijnlijk worden ervaren door persoonlijke band ermee.

=> deze twee werelden sluiten elkaar NIET uit maar staan naast elkaar!

* Verschil met de wetenschap:

- De radicaliteit van haar vraagstelling ( geen enkele ontsnapt)

- Type + gerichtheid van vragen

- manier van denken

- Wetenschap is bezig met het heden en is een continu proces.

(wie welke natuurwet heeft uitgevonden weten we enkel nog doordat zijn naam er naar genoemd is)

Filosofie keert vaak terug naar het verleden als men redeneert over problemen. Hoe dachten die oude Griekse filosofen daar nu weer over?

* Verschil met literatuur:

- Filosofie is redeneren, bevragen

- Literatuur is beschrijven

Lees meer...

De rechtvaardigheidstheorie van John Rawls

Hij vertrekt van de gedachte dat een maatschappij een samenwerkingsverband is tussen rationele personen ter bevordering van hun belangen. Om zijn opvattingen van rechtvaardigheid te introduceren, stelt hij zich voor dat de basisstructuur van de maatschappij het voorwerp vormt van een oorspronkelijk contract tussen rationele personen die hun eigenbelang nastreven. De voorwaarden van dit contract zijn:

  • Een egalitaristisch beginsel: een notie van gelijkheid staat centraal en er moet steeds rechtvaardiging worden gegeven voor het afwijken van deze gelijkheidsregel.
  • Een fainess-beginsel: de principes afgesproken in het maatschappelijk contract dienen alle verdere afspraken te reguleren.
  • De contractanten zijn ‘rationeel’ in de standaardbetekenis van de economische theorie: zij proberen alleen hun doelen te bereiken met de meest efficiënte middelen.
  • De contractanten zijn wederzijds gedesinteresseerd: zij zijn niet geïnteresseerd in de belangen van anderen.

In de oorspronkelijke gelijkheidspositie worden de beslissingen genomen achter een ‘sluier der onwetendheid’: de contractanten weten met andere woorden niet welke plaats ze zullen innemen in welk soort maatschappij, welke gaven en gebreken ze zullen hebben, tot welke generatie ze behoren, wat hun sociale klasse zal zijn…. Zij weten alleen dat er dingen zijn waarvan zij liever meer dan minder hebben.

Het samenwerkingsverband tussen de contractanten heeft betrekking op de verdeling van de primaire sociale goederen (dit zijn goederen die elk mens nodig heeft om een menswaardig bestaan te leiden). Er zijn vijf soorten:

  • Basisvrijheden: met betrekking tot meningsuiting, politieke vrijheid, geweten, vereniging, persoonlijke integriteit.
  • Vrijheid van beweging en beroepskeuze.
  • Macht en voordelen verbonden aan ambten en verantwoordelijke posities.
  • Inkomen en vermogen
  • De sociale grondslagen van het zelfrespect

Deze goederen moeten rechtvaardig verdeeld worden want zij vormen de basis van elk levensplan.

In de oorspronkelijke gelijkheidspositie, waarin de contractanten zich bevinden achter een ‘sluier der onwetendheid’, zullen zij de volgende twee regels in acht nemen:

  • Het vermijden van risico’s (risk aversion) wat leidt tot een maximin-strategie: zij zullen zo kiezen dat mochten zij terechtkomen in een slechte situatie, die toch zo goed mogelijk is.
  • Het principle of redress (beginsel van herstel): onverdiende ongelijkheden vragen om correctie. Dit houdt in dat zowel geluk als ongeluk gecorrigeerd moet worden (vb. handicap, erfenis).

De toepassing van deze twee regels zal volgens Rawls de contractanten ertoe brengen twee beginselen vast te leggen (het eerste heeft voorrang op het tweede):

  • Het gelijkheidsbeginsel: iedereen behoort een gelijk recht te hebben op het meest uitgebreide totale systeem van gelijke basisvrijheden, dat verenigbaar is met een gelijksoortig systeem van vrijheden voor eenieder.
  • Sociale en economische ongelijkheden moeten zo geregeld zijn dat ze tegelijk aan deze twee beginselen voldoet:
  • Verschilbeginsel: de sociale en economische ongelijkheden moeten in het grootste voordeel van de minst begunstigden uitvallen.
  • Beginsel van de faire gelijkheid van kansen: sociale en economische ongelijkheden moeten gekoppeld zijn aan maatschappelijke posities die voor iedereen openstaan in omstandigheden die een faire gelijkheid van kansen verzekeren.

De theorie van Rawls heeft alvast een ‘raamwerk’ geboden waarbinnen normatieve ethische theorie kan worden beschreven. In die zin spreken we van een ‘Rawlsiaans paradigma’: een paradigma waarin morele argumentatie wordt gecombineerd met economische theorie en analythische wijsbegeerte.

Rawls tracht om zijn rechtvaardigheidsconceptie zoveel mogelijk los te koppelen van ethische overwegingen: de besliskunde (rational choice theory) is het primaire kader.

Lees meer...

Een paar kritieken

  • Nozick geeft geen justificatie voor de natuurrechten/basisrechten die hij als uitgangspunt neemt. Het enige wat hij doet is stellen dat deze rechten gelinkt worden aan de idee van een zinvol bestaan.
  • In Nozicks argumentatie over het derde basisrecht (verwerven van eigendom) is er sprake van een randvoorwaarde: de ‘aquisition’ mag de anderen niet off worse maken. Dit veronderstelt dat hoe dan ook gevolgen overwogen worden: utilitaristisch element.
  • Een belangrijk aspect van Nozicks theorie betreft het rechtzetten van onrechtvaardigheden. Rechtzetting is noodzakelijk indien de verwerving is gebeurd zonder dat er arbeid aan te pas is gekomen, of via onvrijwillige transacties.
  • Kritiek vanuit de communitaristische strekking door Nozicks vijandige houding tegenover distributieve opvattingen van rechtvaardigheid houdt hij er totaal geen rekening mee dat het feit dat sommigen in staat zijn meer bezit te verwerven dan anderen sterk afhankelijk is van:
  • De samenleving waarin ze leven
  • Hun sociale klasse, familie geslacht, …
  • Geluk of ongeluk wat betreft hun gezondheid
  • Geluk of ongeluk wat betreft plaats waar, en het moment waarop ze zijn geboren

Lees meer...

De minimale staat

Men zou denken dat in de theorie van Nozick er geen plaats meer is voor een staat die over een geweldmonopolie beschikt maar dit klopt niet helemaal. Er kan een staat ontstaan als die staat zich beperkt tot het beschermen van de basisrechten: minimal state of nightwatchman state.

Volgens Nozick verloopt het ontstaan van deze staat in vijf stappen:

  • State of nature: ieder individu oefent zijn rechten over zichzelf en over de externe natuur vrijelijk uit. Ieder heeft hier het recht om zich delen van de natuur toe te eigenen zonder dat de positie van anderen daardoor verslechtert. Maar dit kan leiden tot jaloezie. En tegen wie het niet zo nauw neemt met de rechten van anderen zullen individuen zich op eigen kracht wapenen. Dit zal leiden tot wederzijds wantrouwen en een voortdurend gevoel van onveiligheid.
  • Mutual protective agencies: omdat men in een suboptimale toestand komt te staan waar individuen meer tijd in de bescherming dan in de uitoefening van hun basisrechten, zullen zij wederzijdse bondgenootschappen sluiten waarbij zij afspreken als een van hen wordt aangevallen, zullen alle bondgenoten samen de agressie afslaan.
  • Private protective agencies: dit zal uiteindelijk leiden tot een zekere arbeidsdeling waarbij individuen zich zullen specialiseren in hetgeen waarin zij uitmunten. Dit zal leiden tot het ontstaan van private beschermende agentschappen waarbij individuen zich toeleggen op verdedigende activiteiten en hun diensten aanbieden aan andere individuen in ruil voor zekere goederen.
  • Dominant protective agency: dit zal leiden tot een concurrentieslag tussen de veiligheidsagentschappen en tenslotte zal één agentschap een dominante positie verovert hebben over een welbepaald territorium.
  • Minimal state: het dominante agentschap zal uiteindelijk ook beperkingen opleggen aan de niet-leden op zijn territorium. En dit agentschap zal ook instaan voor de veiligheid van zijn niet-leden. Dus de leden betalen voor de bescherming van de niet-leden. Dit is een vorm van herverdeling waarin Nozick een wezenskenmerk van de staat ziet.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen