Menu

Kerkvergaderingen

Periode voor Constantijn

regelmatig bijeenkomsten van bisschoppen

Vanaf Constantijn

Constantijn en zijn opvolgers schoeien kerkvergaderingen op vastere leest:

- regionaal: synoden of concilies

- met bisschoppen uit het hele rijk = oecumenisch concilie

1) hier worden belangrijke beslissingen genomen en ze geven richting aan de evolutie in de Kerk in de volgende eeuwen

2) vb. 325: concilie van Nicea

3) worden in het begin door de keizer uitgeroepen, maar na een tijd door pausen

4) raakt na een tijdje in onbruik door beperkt communicatiemogelijkheden

In het Westen

barbaarse koningen schrijven regelmatig regionale synoden uit è vooral praktische zaken worden besproken

Karolingers

tijdens de regionale synoden worden hervormingen doorgevoerd:

- Kloosters moeten zich aan de Regel van Benedictus houden (dus strengere kloosterregels)

- Seculiere geestelijken moeten zich aan de kerkregels houden

- Nieuwe regels i.v.m. huwelijk en echtscheiding

- OPM: verweving kerkelijk en wereldlijk leven è besluiten synoden worden afgekondigd in capitularia

Lees meer...

Metropolitanen en aartsbisschoppen, patriarchen en paus

Bisschoppen

  1. Bisschoppen van Rome, Constantinopel, Antiochië en Alexandrië (en later Jeruzalem) worden sinds het concilie van Nicea (325) patriarchen of aartsbisschoppen genoemd
  2. staan boven de metropolitanen (bisschoppen van steden), die boven de bisschoppen staan.

Strijd om de allerhoogste plaats

Strijd onder patriarchen >>> Rome wint (paus dus)

Redenen

- enorme prestige van Rome

- bijzondere plaats van Rome in de christelijke heilsgeschiedenis

1) de voorganger van de Sint-Pieterkathedraal wordt gebouwd

2) woonplaats van de paus wordt het Lateraan

3) enkel de patriarch van Constantinopel verzet zich tegen de beslissing

Metropolitaan

1) status van metropolitaan wordt na een tijd verdrongen door die van aartsbisschop (staan in voor de verbreiding van het geloof)

2) vanaf de tijd van Karel de Grote staan de aartsbisschoppen aan het hoofd van aartsbisdommen die enkele diocesen omvatten

Lees meer...

De kerkelijke hiërarchie: episcopaat en diocees

1) kerkelijke diocesen zijn gebaseerd op de Romeinse civitates, bestuurd door een bisschop

2) Kerk streeft er naar om het aantal diocesen laag te houden  vergroting gezag bisschop

3) Bisschoppen hebben een sleutelfunctie bij overgang van Late Oudheid naar Vroege ME:

1) Vertegenwoordigen de Christelijke Kerk op regionaal niveau

2) Hebben inbreng in het wereldlijke bestuur

5 belangrijke taken voor bisschoppen:

1) waken over de juiste geloofsopvatting - uitoefenen van leergezag door te preken, door aan kerkvergaderingen deel te nemen en door het schrijven van bijbelcommentaren

2) wetgeving van en controle op kerkelijke regels

3) wijden geestelijken in en superviseren hen

4) spreken recht i.v.m. Kerk, geloof en christelijke moraal – laten zich hier vaak bijstaan door aartsdiaken (= ‘eerste diaken)

5) beheren het aan het bisdom verbonden vermogen, en dienen aan liefdadigheid te doen

Lees meer...

De geestelijkheid en haar taken

Hiërarchie

- Kerk heeft al vroeg een geordende geestelijkheid of clerus en is daarom al snel goed gestructureerd

1) Voornaamste taak van de clerus: het leiden van de kudde naar het eeuwige heil

2) In de Vroege ME zijn er acht wijdingsgraden: 4 hoge (priester, bisschop…) en 4 lage (exorcist, akoliet…)

Inwijding geestelijke

- Moet zich de kruin laten scheren (tonsuur)

- Als aspirant staat hij onder het gezag van de bisschop geniet van ‘het privilegium fori’ (onttrekking van de wereldlijke rechtbanken) en het ‘privilegium immunitatis’ (vrijstelling van elke fiscale en militaire verplichting in de publieke sfeer)

Sacramenten

= de zichtbare door Christus ingestelde tekenen van de persoonlijke band tussen God en de gelovige (toegediend door hoger gewijde geestelijken)

Eucharistie

gezamenlijke herdenking van het Laatste Avondmaal, later kregen ze ook een utilitair karakter (beden afsmeken …)

Doop

- volwaardig lid worden van de gemeenschap

- redding van de ziel

1) tijdens het leven kun je veel zonden begaan, dus werd in het begin meestal gedoopt aan het sterfbed

2) Vroege ME doopte men vlak na de geboorte, om iemand op te nemen in het zielenheil, de peetouders leggen dan de geloofsbelijdenis af

Biecht

men bekent schuld  vergeving  boetedoening

- boetedoening was in het begin in het openbaar en heel zwaar, later wordt dit privaat

- priester gaat een boetedoener systematisch vragen stellen met bedoeling tot het inzien van de zonden

=> in totaal 7 sacramenten, maar slechts deze drie worden toegelicht

Wat moeten de geestelijken kennen en kunnen?

- Ingewikkelde rituelen en formules i.v.m. sacramenten kennen (liturgie)

- Bijbelteksten uitleggen

- Opleiding was echter niet al te goed => op den duur was het al heel wat wanneer een priester een liturgische formule correct kon uitspreken

Morele eisen

Aan hogere geestelijken worden hoge morele eisen gesteld, maar pas vanaf de Karolingische Tijd wordt dit in de praktijk omgezet

Kanunniken

- gaan samen kapittels vormen (priesters verbonden aan een kathedraal die bijeen gaan wonen)

- kanunniken zijn geen monniken!

Celibaat

Hoewel bv. Augustinus een algemeen klerikaal celibaat wil, zijn de regels in het westen aanvankelijk los:

- in het ORR mogen gehuwde mannen priester worden, maar ongehuwde priesters mogen er niet achteraf trouwen

- uiteindelijk zal in het westen het priestercelibaat ingevoerd worden, in het oosten niet

Lees meer...

Materiële rijkdom. Accumulatie en redistributie

Kerk wordt snel rijk

vooral in het Oosten, door:

  • overname vermogens van heidense heiligdommen
  • schenkingen van keizers en particulieren (om eigen lot veilig te stellen: Hemel afkopen)

1) sleutelpositie in de maatschappelijke herverdeling van inkomen (dienstverleningsplaatsen)

2) moreel gezag in de hele samenleving

+ Kerk heeft geen centrale kas, maar vermogens in afzonderlijke instellingen

Armenzorg

≠ uit zorg voor armen, maar om eigen toekomst in hiernamaals te verzekeren

Verdere schaalvergroting vanuit twee richtingen

Eigenkirchen

= kerken gesticht door aristocraten op hun eigen domeinen

- zeer populair tot XI

- redenen:

* eigen zielenheil veilig stellen

* economische aspect: inkomsten abdijen

* familiepatrimonium onverdeeld houden: niet ingepikt worden door hogere adel omdat deze niet willen stelen van de Kerk

* kinderen onderbrengen in eigen klooster (minder erfenis…)

‘Kerk van en voor de aristocratie’

schenkingen door leden van de aristocratie en stichten van eigen kloosters …

Motieven:

- verzekering zielenheil

- prestige

- gronden genereren opbrengsten

- familiegoed wordt uit de handen van de koningen weggehouden

Tienden

= heffen van belastingen (tiende) op de middengroep van vrije boeren

- gaat terug op een oudtestamentisch gebod

- tiendplicht wordt in de loop van de 9e/10e eeuw verplicht in Europa

- adellijke bezitters van kerken en kloosters houden meestal een groot deel van de tienden voor zichzelf  verzet hiertegen bij de boeren

- XII: Cisterciënzers waren tegen, maar draaiden na een eeuw bij

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen