= macht
= opgehoopte arbeid die individuele actoren/groepen kunnen verwerven waardoor zij zich sociale energie kunnen toe-eigenen in de vorm van verdinglijkte of levende arbeid. Bourdieu onderscheidt vele vormen van kapitaal, naargelang het veld waarover hij het heeft. Er zijn 3 belangrijke vormen van kapitaal, die voorkomen in alle velden:
1. Economisch kapitaal: vormen van vermogen die kunnen uitgedrukt worden in economische waarde.
2. Cultureel kapitaal: alle sociaal verworven vermogens, vaardigheden & afgeleiden.
3 vormen:
- belichaamd: = resultaat van werken aan zichzelf. Meest zuivere vorm: alle nuttige vaardigheden, vermogens en neigingen die een persoon verworven heeft.
vb.: gezin, vriendengroep, …
- geobjectiveerd: = tastbaar en hangt nauw samen met belichaamd. Zonder het belichaamde heeft het geobjectiveerde geen waarde.
vb.: schilderijen, boeken, muziekinstrumenten, …
- geïnstitutionaliseerd: = titels & diploma’s. sommige vormen gaan een eigen leven leiden: adellijke titels, … diploma’s bevatten een duurzaamheid door de tijd. Het is voor je leven.
3. Sociaal kapitaal: deze komt +/- overeen met het netwerk van een persoon. def.: het geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen voortvloeiend uit 1) een +/- meer geïnstitutionaliseerd netwerk van relaties van wederzijdse bekendheid of erkentelijkheid, of 2) het lidmaatschap van een groep. Het volume aan sociaal kapitaal is rechtstreeks afhankelijk is en een functie is van het kapitaal van de leden van het netwerk.
3 kenmerken:
- homogeen: ‘soort zoekt soort’ : een netwerk ontstaat vooral i.f.v. de verwachte winst van elk van de leden.
vb.: Service clubs: samenkomen, verbonden netwerk. Als lid kan je ook naar andere clubs gaan, evt. in andere landen. Op basis van het lidmaatschap creëer je sociaal kapitaal.
- vermenigvuldigingseffect: een Matteüseffect. Wie veel info heeft, heeft veel sociaal kapitaal. Deze mensen trekken ook sneller nieuw sociaal kapitaal aan.
- onderhoud: groot erosie-effect -> sociaal kapitaal vergt onderhoud. De extremer vorm van dit onderhouden = ‘netwerking’.